ECLI:NL:GHARN:2008:BG5516

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
18 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-00235
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belastingheffing op lunchkostenvergoedingen en naheffingsaanslag loonbelasting

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 18 november 2008, staat de naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen centraal, opgelegd aan Stichting X (voorheen: A) door de Inspecteur van de Belastingdienst. De naheffingsaanslag betreft een bedrag van ƒ 605, dat de Inspecteur niet als belastingvrije kostenvergoedingen heeft aangemerkt. De zaak is voortgekomen uit een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te ’s Hertogenbosch, die de naheffingsaanslag had verminderd tot ƒ 210, na te hebben geoordeeld dat ƒ 350 van de vergoedingen belast was.

De Hoge Raad heeft op 16 mei 2008 in cassatie geoordeeld dat het Gerechtshof te ’s Hertogenbosch op onjuiste gronden had geoordeeld over de lunchkostenvergoedingen van twee werknemers, die elk ƒ 50 ontvingen. De Hoge Raad verwierp de overige klachten en de Inspecteur heeft ter zitting ingestemd met de belastingvrijstelling van de lunchkostenvergoedingen van in totaal ƒ 100. Dit leidde tot een herziening van de naheffingsaanslag tot ƒ 150.

Het Gerechtshof heeft het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de naheffingsaanslag verminderd. Beide partijen hebben verklaard geen aanspraak te maken op vergoeding van proceskosten. Tegen deze uitspraak staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden, waarbij specifieke vereisten voor het beroepschrift in acht moeten worden genomen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en het proces-verbaal is opgemaakt door de griffier en de voorzitter.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
Sector belasting
Nummer 08/00235
Uitspraakdatum: 18 november 2008
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
belanghebbende : Stichting X (voorheen: A) te Z
verweerder : de inspecteur van de Belastingdienst/P (voorheen: Belastingdienst/B; hierna: de Inspecteur)
aangevallen beslissing : uitspraak van de Inspecteur van 3 oktober 2000
betreft : naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen over het tijdvak augustus 1999
mondelinge behandeling : op 4 november 2008 te Arnhem
waarbij verschenen : De gemachtigde van belanghebbende en de Inspecteur
gronden:
1. De Inspecteur heeft enkele kostenvergoedingen die belanghebbende in augustus 1999 aan haar werknemers betaalde tot een bedrag van in totaal ƒ 605 niet aangemerkt als belastingvrije kostenvergoedingen en ter zake aan belanghebbende de in geding zijnde naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd. De naheffingsaanslag bedraagt 60% van ƒ 605, ofwel ƒ 363.
2. Het Gerechtshof te ’s Hertogenbosch heeft geoordeeld dat van de vergoedingen ƒ 350 belast is en heeft de naheffingsaanslag verminderd tot ƒ 210 (60% van ƒ 350).
3. Op het beroep in cassatie van belanghebbende heeft de Hoge Raad bij arrest van 16 mei 2008, nr. 42.151, BNB 2008/200, geoordeeld dat het Gerechtshof te ’s Hertogenbosch op onjuiste gronden had geoordeeld dat de aan twee werknemers betaalde lunchkostenvergoeding van elk ƒ 50 belast was. De Hoge Raad verwierp de overige klachten tegen de uitspraak van het Gerechtshof te ’s Hertogenbosch.
4. Ter zitting heeft de Inspecteur er alsnog mee ingestemd dat de desbetreffende vergoedingen van in totaal ƒ 100 (2 × ƒ 50) belastingvrij zijn. De naheffingsaanslag moet derhalve worden verminderd tot ƒ 150 (60% van ƒ 250).
kosten:
Partijen hebben ter zitting van het Gerechtshof te ’s Hertogenbosch verklaard geen aanspraak te maken op vergoeding van proceskosten.
beslissing:
Het Gerechtshof:
– verklaart het beroep gegrond;
– vernietigt de uitspraak van de Inspecteur; en
– vermindert de naheffingsaanslag tot ƒ 150.
Deze uitspraak is gedaan te Arnhem door mrs. J. van de Merwe, voorzitter, J.P.M. Kooijmans en R.F.C. Spek, raadsheren, in aanwezigheid van drs. V.F.R. Woeltjes als griffier.
De beslissing is op 18 november 2008 in het openbaar uitgesproken,
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, De voorzitter,
(V.F.R. Woeltjes) (J. van de Merwe)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 20 november 2008.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),
Postbus 20303,
2500 EH Den Haag.
Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Tenzij de Hoge Raad anders bepaalt, zal het gerechtshof deze mondelinge uitspraak vervangen door een schriftelijke. In dat geval krijgt u de gelegenheid de gronden van het beroep in cassatie alsnog aan te voeren of aan te vullen.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.