ECLI:NL:GHARN:2009:BI1605
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- W.L. Valk
- D.J. van Dijk
- G.P.M. van den Dungen
- L.L.M. de Lorijn
- H. Rogaar
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake pachtovereenkomsten en gebruik van landbouwgrond voor paardenpension
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door twee appellanten tegen een vonnis van de pachtkamer van de rechtbank Dordrecht. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. P.C.M. Heinen, vorderen de ontbinding van pachtovereenkomsten met de geïntimeerde, die wordt bijgestaan door mr. P.M. Wilmink. De pachtkamer had in eerste aanleg de vorderingen van de appellanten afgewezen, wat hen ertoe heeft aangezet om in hoger beroep te gaan. De appellanten stellen dat de geïntimeerde, die een agrarisch bedrijf exploiteert, het gepachte niet langer voor de uitoefening van de landbouw gebruikt, maar voornamelijk voor de stalling van paarden van derden. Daarnaast beweren zij dat de geïntimeerde tekortschiet in zijn verplichtingen met betrekking tot groot onderhoud en dat hij de pachtprijs te laat heeft voldaan.
Tijdens de pleidooizitting op 10 november 2008 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het hof heeft vastgesteld dat de geïntimeerde zijn paardenpension heeft ingebed in zijn landbouwbedrijf, aangezien hij het hooi en kuilgras van zijn eigen percelen gebruikt en de mest van de paarden ook in zijn bedrijfsvoering is opgenomen. Dit betekent dat de geïntimeerde het gepachte nog steeds voor landbouwdoeleinden gebruikt, wat de eerste grief van de appellanten niet kan onderbouwen.
Wat betreft de andere grieven heeft het hof geoordeeld dat de tekortkomingen van de geïntimeerde niet van voldoende gewicht zijn om de ontbinding van de pachtovereenkomsten te rechtvaardigen. De pachtprijs is inmiddels voldaan en er bestaat geen betalingsachterstand meer. Het hof heeft daarom de grieven van de appellanten verworpen en het vonnis van de pachtkamer bekrachtigd, met veroordeling van de appellanten in de proceskosten van het hoger beroep.