ECLI:NL:GHARN:2009:BJ7735
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep kort geding
- M. Mollema
- A. Kuiper
- J. de Hek
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over spoedeisend belang en huurachterstand
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem diende, ging het om een hoger beroep in een kort geding dat was aangespannen door [appellant] tegen [geïntimeerde]. Het kort geding vonnis in eerste aanleg was op 11 april 2007 door de rechtbank Zwolle-Lelystad uitgesproken, waarbij de vorderingen van [appellant] waren afgewezen. [Appellant] had op 7 mei 2007 hoger beroep ingesteld, maar de vraag was of er nog sprake was van een spoedeisend belang, gezien de traagheid in de procesvoering. Het hof oordeelde dat [appellant] niet had aangetoond dat de zaak nog steeds spoedeisend was, vooral omdat er bijna anderhalf jaar was verstreken tussen het instellen van het hoger beroep en het nemen van de memorie van grieven. Het hof benadrukte dat het aan [appellant] was om de traagheid in de procesvoering te rechtvaardigen, wat niet was gebeurd.
Het hof voegde eraan toe dat voor toewijzing van een vordering tot ontruiming in kort geding, er een grote mate van waarschijnlijkheid moest zijn dat de bodemrechter de huurovereenkomst zou beëindigen. Aangezien [appellant] niet voldoende had aangetoond dat de bodemrechter de huurovereenkomst zou ontbinden, werd de vordering afgewezen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde [appellant] in de kosten van het hoger beroep.