ECLI:NL:GHARN:2009:BM3465

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
15 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
ISD P09/0321
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de ISD-maatregel en niet-ontvankelijkheid in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 15 december 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Dordrecht van 6 augustus 2009. De zaak betreft de tenuitvoerlegging van een ISD-maatregel die op 14 december 2007 is ingegaan. De betrokkene, geboren op 25 mei 1957 en verblijvende in de PI Rijnmond - Stadsgevangenis Rotterdam, heeft verklaard dat hij niet begrijpt waarom hij nog vastzit, aangezien de ISD-maatregel op 13 december 2009 is geëindigd. De advocaat-generaal heeft bevestigd dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel inderdaad is beëindigd op deze datum, en dat de betrokkene momenteel vastzit vanwege openstaande schadevergoedingsmaatregelen. De raadsvrouw van de betrokkene heeft aangevoerd dat cliënt belang heeft bij de toetsing van de beslissing van de rechtbank, omdat hij tijdig hoger beroep heeft ingesteld.

Het hof heeft echter geoordeeld dat, gelet op de beëindiging van de ISD-maatregel, de betrokkene geen belang meer heeft bij de behandeling van het hoger beroep. Er is geen sprake van een situatie als bedoeld in artikel 38t van het Wetboek van Strafrecht die de voortzetting van de maatregel rechtvaardigt. Daarom heeft het hof de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. De beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter en de raadsheren, met de griffier aanwezig. De raden waren niet in staat deze beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

ISD P09/0321
Beslissing d.d. 15 december 2009
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
betrokkene
geboren in 25 mei 1957,
verblijvende in PI Rijnmond - Stadsgevangenis Rotterdam.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Dordrecht van 6 augustus 2009, inhoudende de last tot voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders.
Het hof heeft ter terechtzitting van 15 december 2009 gehoord:
- De betrokkene die heeft verklaard:
De ISD-maatregel was op 13 december 2009 afgelopen. Ik weet niet waarom ik nog vastzit.
- De advocaat-generaal, die heeft overgelegd een uitdraai van de registratiekaart van betrokkene en die heeft aangevoerd:
De tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel is gestart op 14 december 2007. De maatregel is dus beëindigd op 13 december 2009. Dat blijkt ook uit de registratiekaart van betrokkene. Betrokkene zit vast in verband met openstaande schadevergoedingsmaatregelen. Betrokkene heeft geen belang meer bij het hoger beroep en dient niet-ontvankelijk te worden verklaard.
- De raadsvrouw van betrokkene, die heeft aangevoerd:
Cliënt heeft op tijd hoger beroep ingesteld. Hij heeft er belang bij dat de juistheid van de beslissing van de rechtbank getoetst wordt.
Overwegingen:
Het hof dient in het kader van de onderhavige procedure te beoordelen of voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders noodzakelijk is.
Gelet op de omstandigheid dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel op 14 december 2007 is ingegaan en derhalve, nu zich niet een geval voordoet als bedoeld in artikel 38t van het Wetboek van Strafrecht, van rechtswege is beëindigd op 13 december 2009, heeft betrokkene geen belang meer bij de behandeling van het hoger beroep.
Daarom zal betrokkene niet-ontvankelijk worden verklaard in dat hoger beroep.
Beslissing
Het hof:
Verklaart betrokkene niet-ontvankelijk in het door hem ingestelde hoger beroep.
Aldus gedaan door
mr H.G.W. Stikkelbroeck als voorzitter,
mr G. Mintjes en mr E. van der Herberg als raadsheren,
en drs. J. Boon en dr. D. Raes als raden,
in tegenwoordigheid van mw M.C.L. Roelofs als griffier,
en op 15 december 2009 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.