ECLI:NL:GHARN:2010:BO6738
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uitleg van erfdienstbaarheid in relatie tot in appartementsrechten gesplitst heersend erf
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem is behandeld, gaat het om de uitleg van een erfdienstbaarheid in relatie tot appartementsrechten. Buitencentrum Ruighenrode B.V. is in hoger beroep gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zutphen, waarin de vordering van de geïntimeerden tot medewerking aan de afstand van een erfdienstbaarheid werd toegewezen. De rechtbank had bepaald dat de geïntimeerden en hun rechtsopvolgers tot 1 januari 2013 een jaarlijkse bijdrage aan Buitencentrum Ruighenrode verschuldigd waren. Het hof heeft vastgesteld dat de erfdienstbaarheid van weg, die in de notariële splitsingsakte is vastgelegd, niet eenduidig is geformuleerd. De vraag die centraal staat is of de erfdienstbaarheid moet worden uitgelegd als een gezamenlijke erfdienstbaarheid voor alle appartementseigenaren of als individuele erfdienstbaarheden voor elk appartementsrecht. Het hof oordeelt dat de tekst van de akte geen steun biedt voor de uitleg die de geïntimeerden verdedigen, en dat de uitleg volgens welke sprake is van één erfdienstbaarheid aannemelijker is. Dit betekent dat de appartementseigenaren gezamenlijk afstand moeten doen van de erfdienstbaarheid en dat zij alleen gezamenlijk hun verplichtingen tot betaling van de retributie kunnen beëindigen. Het hof vernietigt de eerdere vonnissen en wijst de vorderingen van de geïntimeerden af, terwijl het de vorderingen van Buitencentrum Ruighenrode toewijst, met inachtneming van een dwangsom voor de geïntimeerden om mee te werken aan de vestiging van een identieke erfdienstbaarheid.