ECLI:NL:GHARN:2010:BP7631

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
3 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
anvr: 1084-06
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de gevangenhouding in hoger beroep met betrekking tot ISD-maatregel

Op 3 november 2010 heeft het Gerechtshof Arnhem uitspraak gedaan in een hoger beroep ingesteld door de officier van justitie tegen de beschikking van de rechtbank Arnhem van 30 september 2010. Deze beschikking weigerde de verlenging van de gevangenhouding van de verdachte, op grond van de Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers. Het hof heeft de zaak in raadkamer behandeld, waarbij de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte, mr. R.A.C. Frijns, aanwezig waren. De verdachte had aangegeven niet gehoord te willen worden.

Het hof heeft vastgesteld dat de gronden voor de gevangenhouding, zoals eerder door de rechtbank vastgesteld, nog steeds van toepassing zijn. De rechtbank had de vordering tot verlenging van de gevangenhouding afgewezen, maar het hof oordeelt dat deze beslissing op onjuiste gronden is genomen. De verdachte had eerder een ISD-maatregel opgelegd gekregen, die volgens het Uittreksel Justitiële Documentatie eindigde op 20 augustus 2009, maar het hof vermoedt dat deze datum onjuist is en dat de maatregel in feite eindigde op 14 augustus 2009.

Het hof concludeert dat de verdachte, gezien zijn eerdere veroordelingen en de tijdspanne sinds de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel, nog steeds als een zeer actieve veelpleger kan worden beschouwd. Daarom is de verdachte in aanmerking gekomen voor een ISD-maatregel, en de rechtbank had de vordering tot verlenging van de gevangenhouding niet mogen afwijzen. Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank en beveelt de verlenging van de gevangenhouding voor de duur van zestig dagen, die zal worden ondergaan in een huis van bewaring of een andere wettige plaats van detentie in Nederland.

Uitspraak

Gerechtshof te Arnhem
pkn: 05/720841-10
anvr: 001084- 06
Het gerechtshof heeft te beslissen op het hoger beroep ingesteld door de officier van justitie in het arrondissement Arnhem in de strafzaak tegen
{naam verdachte}
geboren te {geboorteplaats} op {geboortedatum},
verblijvende { verblijfplaats}
Het hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank te Arnhem van
30 september 2010, houdende de afwijzing van de vordering tot verlenging van de geldigheidsduur van de gevangenhouding van verdachte.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en de raadsman van verdachte, mr R.A.C. Frijns, advocaat te Arnhem, in raadkamer van heden en gezien de schriftelijke verklaring van verdachte om niet gehoord te willen worden bij de behandeling in raadkamer.
Het hof heeft gezien bovengenoemde beschikking en de akte opgemaakt door de griffier bij die rechtbank van 13 oktober 2010.
OVERWEGINGEN:
Het hoger beroep richt zich tegen de beslissing van de rechtbank te Arnhem van 30 september 2010, waarbij de vordering tot verlenging van de gevangenhouding is afgewezen, op de grond dat - kort gezegd - gelet op de Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers
(Stcrt. 14 juli 2009, nr. 10579) in het onderhavige geval geen ISD-maatregel kan worden opgelegd. Het hof legt echter, met de officier van justitie, blijkens zijn appelschriftuur, de betreffende Richtlijn anders uit dan de rechtbank kennelijk heeft gedaan. Daarbij is het volgende van belang. Bij vonnis van 31 juli 2007 is aan verdachte eerder een ISD-maatregel opgelegd, welke maatregel vervolgens voor de duur van twee jaar is tenuitvoergelegd. Volgens het Uittreksel Justitiële Documentatie zou deze maatregel geëindigd zijn op 20 augustus 2009. Het hof neemt in aanmerking dat deze einddatum waarschijnlijk op een vergissing berust, mede gelet op een door de raadsman overgelegd schrijven van de reclassering, waarin als einddatum 14 augustus 2009 wordt genoemd. Wat daarvan ook zij, vaststaat dat binnen een jaar na de tenuitvoerlegging van evengemelde maatregel, opnieuw proces-verbaal wegens een op 7 september 2009 begaan misdrijf is opgemaakt tegen verdachte, welk feit heeft geleid tot een (onherroepelijke) veroordeling op 23 september 2009 door de Politierechter te Arnhem. Hieruit vloeit volgens de Richtlijn, met name uit voetnoot 2, opgenomen bij paragraaf 1.
Definities, voort dat de verdachte de status van zeer actieve veelpleger blijft behouden, zodat, met inachtneming van de criteria die voortvloeien uit de wet, de verdachte in aanmerking komt voor een door het openbaar ministerie te vorderen ISD-maatregel. Er doet zich derhalve vooralsnog niet de situatie voor dat beginselen van een behoorlijke procesorde, in het bijzonder het vertrouwensbeginsel, zich verzetten tegen een latere vordering tot oplegging van een ISD-maatregel. Derhalve heeft de rechtbank op onjuiste gronden de vordering tot verlenging van de gevangenhouding afgewezen.
Het hof is na onderzoek gebleken dat verdenking, bezwaren en de gronden waarop de rechtbank het bevel tot gevangenhouding van verdachte heeft gegeven ook thans nog bestaan, zodat de beschikking van de rechtbank dient te worden vernietigd en de verlenging van de gevangenhouding dient te worden bevolen.
Het hof heeft gelet op het bepaalde in de artikelen 65, 66, 67 en 71 van het Wetboek van Strafvordering.
BESLISSING:
Het hof vernietigt de beschikking waarvan beroep en beveelt de verlenging van de gevangenhouding van verdachte voor de duur van zestig dagen en bepaalt dat de voorlopige hechtenis zal worden ondergaan in een huis van bewaring of in een andere wettige plaats van detentie in Nederland.
Aldus gegeven op 3 november 2010 door mrs A.E. Harteveld, voorzitter, E.A.K.G. Ruys en
A.W.M. Elders, raadsheren, in tegenwoordigheid van B.M.W. van de Lagemaat, griffier, en ondertekend door de voorzitter en de griffier.