ECLI:NL:GHARN:2011:BS1148
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- R. den Ouden
- M.G.J.M. van Kempen
- P.M. van Schie
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de definitieve aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2007 met betrekking tot het vertrouwensbeginsel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/premie VV) voor het jaar 2007. De belanghebbende, X, had eerder een voorlopige aanslag ontvangen, waaruit zij concludeerde dat zij recht had op een uitbetaling van € 12.641. De inspecteur van de Belastingdienst, verweerder in hoger beroep, heeft echter bij het vaststellen van de definitieve aanslag een fout hersteld, waardoor de uitbetaling aanzienlijk lager uitviel. De belanghebbende stelde dat zij zich op het vertrouwensbeginsel kon beroepen, omdat de voorlopige aanslag haar het vertrouwen had gegeven dat zij recht had op het hogere bedrag.
De rechtbank Arnhem had in eerste aanleg het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, en in hoger beroep herhaalde zij haar standpunt. Het Gerechtshof Arnhem oordeelde dat de inspecteur bij het vaststellen van de definitieve aanslag niet gebonden was aan de voorlopige aanslag. Het Hof stelde vast dat de aard van de voorlopige aanslag met zich meebrengt dat de inspecteur niet verplicht is om de voorlopige aanslag te volgen bij het vaststellen van de definitieve aanslag. De belanghebbende had de inspecteur niet expliciet en gemotiveerd gewezen op de fout in de voorlopige aanslag, waardoor het Hof oordeelde dat het beroep op het vertrouwensbeginsel niet opging.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en gelastte de inspecteur om de door belanghebbende betaalde griffierechten van in totaal € 152 te vergoeden. De beslissing werd op 30 augustus 2011 openbaar uitgesproken, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.