ECLI:NL:GHARN:2011:BU4379
Gerechtshof Arnhem
- Wraking
- G. Garos
- A. Deuring
- H. de Hek
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen raadsheren van het Gerechtshof Arnhem
In deze wrakingsbeschikking van het Gerechtshof Arnhem, gedateerd 9 november 2011, is het verzoek tot wraking van de raadsheren mrs. A, B en C behandeld. De verzoeker, die betrokken was bij een strafzaak, had gronden aangevoerd voor de wraking die betrekking hadden op de procedures voorafgaand aan het hoger beroep. De wrakingskamer oordeelde dat de verzoeker zijn gronden niet voldoende had onderbouwd met feitelijke omstandigheden die zouden wijzen op een gebrek aan onpartijdigheid van de raadsheren. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden kunnen weerleggen. De verzoeker had geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid kunnen aantonen. Het verzoek tot aanhouding van de behandeling van het wrakingsverzoek werd afgewezen, omdat de verzoeker niet had aangetoond dat de bijstand van zijn gekozen raadsman, mr. N.C. Milani, noodzakelijk was. De wrakingskamer verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking, omdat de aangevoerde gronden niet voldoende waren om aan te nemen dat de raadsheren partijdig zouden zijn. De beslissing werd genomen na een zorgvuldige afweging van de ingediende stukken en de toelichting van de verzoeker tijdens de zitting.