ECLI:NL:GHARN:2012:BV3732
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- E.A.K.G. Ruys
- J.H.C. van Ginhoven
- W.R. Rosingh
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak en verzoek om schadevergoeding wegens gederfde inkomsten na invordering rijbewijs
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 5 januari 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verzoek om schadevergoeding wegens gederfde inkomsten na de invordering van het rijbewijs van de appellant. De appellant was eerder vrijgesproken van overtreding van artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, maar had een verzoek ingediend op grond van artikel 164, negende lid, van dezelfde wet, om een schadevergoeding van € 3.332,= voor de periode dat hij zijn rijbewijs had moeten missen. De rechtbank te Zutphen had dit verzoek afgewezen, omdat de invordering van het rijbewijs niet onterecht was geweest, gezien de omstandigheden waaronder de invordering had plaatsgevonden. De rechtbank oordeelde dat de appellant zelf verantwoordelijk was voor zijn situatie, aangezien hij onder invloed van drugs had gereden.
In het hoger beroep heeft de advocaat-generaal geconcludeerd tot bevestiging van de beschikking van de rechtbank, stellende dat de appellant door zijn eigen handelen in de problemen was gekomen. Het hof heeft de argumenten van de appellant en de advocaat-generaal overwogen en is tot de conclusie gekomen dat er geen gronden van billijkheid aanwezig zijn voor het toekennen van de gevraagde schadevergoeding. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant op 24 mei 2010 was aangehouden op verdenking van rijden onder invloed, na melding van gevaarlijk rijgedrag. Ondanks de vrijspraak in de strafzaak, was de invordering van het rijbewijs gerechtvaardigd op basis van de omstandigheden van de zaak.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bevestigd, waarbij het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de appellant voor zijn eigen gedrag en de gevolgen daarvan voor de invordering van zijn rijbewijs.