Parketnummer: 21-002292-11
Uitspraak d.d.: 5 juni 2012
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Arnhem van
21 juni 2011 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 05-900537-10 en 05-703221-10, tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
thans verblijvende in Huis van Bewaring [plaats] te [plaats].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 13 december 2011, 5 maart 2012 en van 22 mei 2012 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr D.C. Vlielander, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen, omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is - na de door de rechtbank toegestane nadere omschrijving van de tenlastelegging ter terechtzitting van 29 maart 2011 - tenlastegelegd dat:
In de zaak met parketnummer 05-900537-10:
1:
hij op of omstreeks 01 mei 2010 te [plaatsnaam], op de openbare weg te weten de [straatnaam], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever feit 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee (inhoudende o.a. een pinpas en/of een OV-jaarkaart), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die van [aangever feit 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of diens mededader opzettelijk dreigend een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft gericht en/of gericht heeft gehouden op het lichaam van die [aangever feit 1] en/of die [aangever feit 1] de woorden heeft toegevoegd: "Geef me je geld", althans woorden van dergelijke aard of strekking;
2:
hij op of omstreeks 09 april 2010 te [plaatsnaam], op de openbare weg te weten de [straatnaam], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever feit 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee (inhoudende een bedrag van ongeveer 80 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever feit 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of diens mededader opzettelijk dreigend een mes heeft getoond aan die [aangever feit 2] en/of die [aangever feit 2] met een mes, althans een dergelijk voorwerp, in de rug heeft geprikt, en/of die [aangever feit 2] de woorden heeft toegevoegd: "Geef alles wat je hebt en zo snel mogelijk" althans woorden van dergelijke aard of strekking;
3 primair:
hij op of omstreeks 09 april 2010 te [plaatsnaam], op de openbare weg te weten de [straatnaam], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever feit 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag en/of een GSM, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever feit 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of diens mededader opzettelijk (dreigend) een mes heeft getoond aan die [aangever feit 3] en/of daarbij die [aangever feit 3] (dreigend) de woorden heeft toegevoegd: "Geef me alles wat je hebt en/of Geef me alles wat je hebt, geld, telefoon, alles", althans woorden van dergelijke aard of strekking;
3 subsidiair:
hij op of omstreeks 09 april 2010 te [plaatsnaam], op de openbare weg te weten de [straatnaam], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag en/of een GSM, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever feit 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever feit 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of diens mededader opzettelijk (dreigend) een mes heeft getoond aan die [aangever feit 3] en/of daarbij die [aangever feit 3](dreigend) de woorden heeft toegevoegd: "Geef me alles wat je hebt en/of Geef me alles wat je hebt, geld, telefoon, alles", althans woorden van dergelijke aard of strekking;
4:
hij op of omstreeks 13 april 2010 te [plaatsnaam], op de openbare weg, de [straatnaam], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever feit 4] heeft gedwongen tot de afgifte van een GSM (Sony Ericsson)en/of een ID-kaart en/of een fietssleutel, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [aangever feit 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte opzettelijk dreigen een pistool, althans een op een pistool gelijkend voorwerp, heeft gericht en/of gericht heeft gehouden op het lichaam van die [aangever feit 4] en of die [aangever feit 4] daarbij (dreigend) de woorden heeft toegevoegd: Geef alles wat je hebt, mobiel, sleutels en portemonnee", althans woorden van dergelijke aard of strekking;
In de zaak met parketnummer 05-703221-10 (gevoegd):
1:
hij op of omstreeks 24 april 2010 te [plaatsnaam], op de openbare weg te weten de [straatnaam], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever feit 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 20 euro, althans enig geldbedrag,, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [aangever feit 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte opzettelijk dreigend een pistool heeft gericht en/of gericht heeft gehouden op het lichaam van die [aangever feit 1] en/of die [aangever feit 1] (dreigend) de woordenheeft toegevoegd: "Stop, sta stil" en/of " Geef me je portemonnee", althans woorden van dergelijke aard of strekking;
2:
hij op of omstreeks 16 juni 2010 te [plaatsnaam] [aangever feit 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, door opzettelijk dreigend een vuurwapen op die [aangever feit 2] heeft gericht en/of gericht heeft gehouden en/of die [aangever feit 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Deze is voor jou", althans woorden van dergelijke aard of strekking;
3:
hij op of omstreeks 05 juni 2010 te [plaatsnaam], op de openbare weg te weten de [straatnaam], ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever feit 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever feit 3], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, opzettelijk dreigend een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [aangever feit 3] heeft gericht en/of gericht heeft gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4:
hij op of omstreeks 23 juli 2009 te [plaatsnaam], gemeente [naam gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht in een personenauto ([automerk, kenteken]), immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk een aangestoken/brandende molotov-cocktail in/tegen voornoemde [automerk] te gooien, waardoor de inhoud van die molotov-cocktail tot ontbranding/ontploffing werd gebracht, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor in die [automerk] aanwezige goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
5:
hij op of omstreeks 24 juli 2009 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht in een personenauto ([automerk, kenteken]), immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk benzine, althans een brandbare vloeistof, over die [automerk] uitgegoten/gesprenkeld, welke benzine vervolgens tot ontbranding werd gebracht door een brandende prop papier op/tegen die auto te gooien, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor in die [automerk] aanwezige goederen en/of de in de nabijheid van die [automerk] staande houten schutting, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
6:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 april 2010 tot en met 16 juni 2010 te [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (een) wapen(s) van categorie I onder 7°, te weten (een) nabootsing(en) van (een) Colt Combat Commander te weten een Colt Special Combat, dat/die door zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) Colt Combat Commander, voorhanden heeft gehad.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd.
De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het in de zaak met parketnummer 05-900537-10 onder 1, 2, 3 primair en 4 en in de zaak met parketnummer 05-703221-10 onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
In de zaak met parketnummer 05-900537-10:
1:
hij op of omstreeks 01 mei 2010 te [plaatsnaam], op de openbare weg te weten de [straatnaam], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever feit 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee (inhoudende o.a. een pinpas en/of een OV-jaarkaart), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die van [aangever feit 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of diens mededader opzettelijk dreigend een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft gericht en/of gericht heeft gehouden op het lichaam van die [aangever feit 1] en/of die [aangever feit 1] de woorden heeft toegevoegd: "Geef me je geld", althans woorden van dergelijke aard of strekking;
2:
hij op of omstreeks 09 april 2010 te [plaatsnaam], op de openbare weg te weten de [straatnaam], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever feit 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee (inhoudende een bedrag van ongeveer 80 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever feit 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of diens mededader opzettelijk dreigend een mes heeft getoond aan die [aangever feit 2] en/of die [aangever feit 2] met een mes, althans een dergelijk voorwerp, in de rug heeft geprikt, en/of die [aangever feit 2] de woorden heeft toegevoegd: "Geef alles wat je hebt en zo snel mogelijk" althans woorden van dergelijke aard of strekking;
3 primair:
hij op of omstreeks 09 april 2010 te [plaatsnaam], op de openbare weg, te weten de [straatnaam], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever feit 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag en/of een GSM, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever feit 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of diens mededader opzettelijk (dreigend) een mes heeft getoond aan die [aangever feit 3]en/of daarbij die [aangever feit 3] (dreigend) de woorden heeft toegevoegd: "Geef me alles wat je hebt en/of Geef me alles wat je hebt, geld, telefoon, alles", althans woorden van dergelijke aard of strekking;
4:
hij op of omstreeks 13 april 2010 te [plaatsnaam], op de openbare weg, de [straatnaam], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever feit 4] heeft gedwongen tot de afgifte van een GSM (Sony Ericsson) en/of een ID-kaart en/of een fietssleutel, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [aangever feit 4] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte opzettelijk dreigend een pistool, althans een op een pistool gelijkend voorwerp, heeft gericht en/of gericht heeft gehouden op het lichaam van die [aangever feit 4] en of die [aangever feit 4] daarbij (dreigend) de woorden heeft toegevoegd: Geef alles wat je hebt, mobiel, sleutels en portemonnee", althans woorden van dergelijke aard of strekking.
In de zaak met parketnummer 05-703221-10 (gevoegd):
1:
hij op of omstreeks 24 april 2010 te [plaatsnaam], op de openbare weg te weten de [straatnaam], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever feit 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 20 euro, althans enig geldbedrag,, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [aangever feit 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte opzettelijk dreigend een pistool heeft gericht en/of gericht heeft gehouden op het lichaam van die [aangever feit 1] en/of die [aangever feit 1] (dreigend) de woorden heeft toegevoegd: "Stop, sta stil" en/of "Geef me je portemonnee", althans woorden van dergelijke aard of strekking;
2:
hij op of omstreeks 16 juni 2010 te [plaatsnaam] [aangever feit 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, door opzettelijk dreigend een vuurwapen op die [aangever feit 2] te richten heeft gericht en/of gericht heeft gehouden en/of die [aangever feit 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Deze is voor jou", althans woorden van dergelijke aard of strekking;
3:
hij op of omstreeks 05 juni 2010 te [plaatsnaam], op de openbare weg te weten de [straatnaam] ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever feit 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever feit 3], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, opzettelijk dreigend een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [aangever feit 3] heeft gericht en/of gericht heeft gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4:
hij op of omstreeks 23 juli 2009 te [plaatsnaam], gemeente [naam gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht in een personenauto ([automerk, kenteken]), immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk een aangestoken/brandende molotov-cocktail in/tegen voornoemde [automerk] te gooien gegooid, waardoor de inhoud van die molotov-cocktail tot ontbranding/ontploffing werd gebracht, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor in die [automerk] aanwezige goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
5:
hij op of omstreeks 24 juli 2009 te [plaatsnaam] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht in een personenauto ([automerk, kenteken]), immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk benzine, althans een brandbare vloeistof, over die [automerk] uitgegoten/gesprenkeld, welke benzine vervolgens tot ontbranding werd gebracht door een brandende prop papier op/tegen die auto te gooien, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor in die [automerk] aanwezige goederen en/of de in de nabijheid van die [automerk] staande houten schutting, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
6:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 april 2010 tot en met 16 juni 2010 te [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (een) wapen(s) van categorie I onder 7°, te weten (een) nabootsing(en) van (een) Colt Combat Commander, te weten een Colt Special Combat, dat/die door zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) Colt Combat Commander, voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 05-900537-10 onder 1, 2, 3 primair en 4 en in de zaak met parketnummer 05-703221-10 onder 1 bewezenverklaarde levert op:
telkens: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het in de zaak met parketnummer 05-703221-10 onder 2 bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Het in de zaak met parketnummer 05-703221-10 onder 3 bewezenverklaarde levert op:
poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het in de zaak met parketnummer 05-703221-10 onder 4 en 5 bewezenverklaarde levert op:
telkens: opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het in de zaak met parketnummer 05-703221-10 onder 6 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Strafbaarheid van de verdachte
De klinisch psycholoog/psychotherapeut, drs. [naam klinisch psycholoog/psychotherapeut], concludeert in zijn rapport omtrent de persoon van verdachte van 4 april 2012 dat bij verdachte sprake is van cocaïneafhankelijkheid, een persoonlijkheidsstoornis NAO met narcistische en antisociale trekken en (restverschijnselen van) ADHD. Die ziekelijke stoornis en gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens was aanwezig ten tijde van het tenlastegelegde. In verband hiermee kan verdachte als licht verminderd toerekeningsvatbaar worden beschouwd.
Dr. [naam psychiater], psychiater, heeft op 17 april 2012 omtrent de persoon van verdachte gerapporteerd. Voornoemde psychiater concludeert dat ten tijde van het ten laste gelegde bij verdachte sprake was van een cocaïneverslaving, ADHD met vooral hyperactiviteit en een persoonlijkheidsstoornis NAO met narcistische en antisociale trekken. Daardoor kan het ten laste gelegde in licht verminderde mate aan verdachte worden toegerekend.
Het hof neemt deze conclusies over de toerekeningsvatbaarheid over en maakt die tot de zijne.
Nu niet is gebleken dat verdachte het ten laste gelegde in het geheel niet valt toe te rekenen en er ook anderszins geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht, acht het hof verdachte strafbaar.
De rechtbank heeft verdachte, uitgaande van een zelfde bewezenverklaring als het hof, veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaren. De advocaat-generaal komt voor dezelfde feiten tot een eis van negen jaren gevangenisstraf.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden. Het hof heeft daarbij tevens acht geslagen op de straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt een vijftal overvallen, één poging tot diefstal met bedreiging met geweld, één bedreiging, twee brandstichtingen in een auto en eenmaal het voorhanden hebben van een imitatiepistool.
Het hof rekent verdachte in het bijzonder het volgende aan. Bij de overvallen van volstrekt willekeurige voorbijgangers, die in een korte periode, meestal in de nachtelijke uren en steeds in dezelfde omgeving plaatsvonden, is door verdachte veelal gebruik gemaakt van een imitatiewapen, waarvan de slachtoffers mochten veronderstellen dat het een echt wapen betrof. Door het tonen daarvan of door het tonen van een mes werden de slachtoffers bedreigd en geïntimideerd en gedwongen geld en/of goederen af te geven. In één geval heeft verdachte ook daadwerkelijk geweld gebruikt door met een mes tegen het lichaam van één van de aangevers te prikken. De ervaring leert dat slachtoffers van berovingen nog lange tijd de nadelige psychische gevolgen kunnen ondervinden van wat hen is overkomen. Verdachte, die de berovingen naar eigen zeggen voor de kick pleegde en om in zijn drugsverslaving te kunnen voorzien, is daaraan volledig voorbijgegaan. De reeks van berovingen heeft bovendien geleid tot gevoelens van onveiligheid, verontwaardiging en onrust in de maatschappij, in het bijzonder in een kleine gemeenschap als (de omgeving van) [plaatsnaam].
Ten gunste van verdachte heeft het hof meegewogen dat verdachte nog relatief jong was toen de feiten werden gepleegd. Zijn strafblad voorafgaand aan de onderhavige feiten telde één veroordeling in 2005 vanwege een mishandeling en drie transacties vanwege verkeersovertredingen. Ook heeft het hof bij de straftoemeting in het voordeel van verdachte betrokken dat hij openheid van zaken heeft gegeven, spijt heeft betuigd en dat hij in hoger beroep – anders dan bij de rechtbank – zijn medewerking heeft verleend aan het opmaken van de rapportages pro justitia. Voorts heeft het hof bij zijn oordeel betrokken dat verdachte als licht verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.
Verdachte moet naar het oordeel van het hof zwaar bestraft worden voor zijn daden en uit het oogpunt van vergelding voor dergelijke ernstige feiten is enkel een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. In het licht van zijn relatief jeugdige leeftijd ten tijde van het plegen van de delicten moet verdachte echter ook de kans krijgen om zich op enig moment weer een volwaardige plaats in de samenleving te verwerven. Daarom acht het hof een lagere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan opgelegd door de rechtbank en gevorderd door de advocaat-generaal passend en geboden. De door het hof op te leggen straf zal er in beginsel op neerkomen dat verdachte binnen afzienbare tijd in detentie zal kunnen aanvangen met een in de in deze zaak opgemaakte gedragskundige rapportages geadviseerde klinische behandeling en dat hij onder voorwaarden op zijn 28ste weer op vrije voeten zou kunnen komen. Het is voor verdachte (en de samenleving) te hopen dat hij in de daarop volgende periode in het kader van de voorwaardelijke invrijheidstelling alle mogelijkheden aangrijpt om (verder) aan zijn (verslavings)problematiek te werken en om zodoende opnieuw een volwaardige plaats in de samenleving te verwerven.
Vordering van de benadeelde partij [aangever feit 4 05-900537-10]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 227,09. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 227,09. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-900537-10 onder 4 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [aangever feit 1 05-703221-10]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 20,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 20,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-703221-10 onder 1 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [aangever feit 3 05-703221-10]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 600,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-703221-10 onder 3 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [aangever feit 4 05-703221-10]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.491,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.401,05 en voor het overige niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-703221-10 onder 4 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is het hof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [aangever feit 5 05-703221-10]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 7.500,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-703221-10 onder 5 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 47, 57, 157, 285, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 05-900537-10 onder 1, 2, 3 primair en 4 en in de zaak met parketnummer 05-703221-10 onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 05-900537-10 onder 1, 2, 3 primair en 4 en in de zaak met parketnummer 05-703221-10 onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [aangever feit 4 05-900537-10]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij, [aangever feit 4 05-900537-10], terzake van het in de zaak met parketnummer 05-900537-10 onder 4 bewezen verklaarde tot het bedrag van EUR 227,09 (tweehonderdzevenentwintig euro en negen cent) aan materiële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever feit 4 05-900537-10], een bedrag te betalen van EUR 227,09 (tweehonderdzevenentwintig euro en negen cent) aan materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 (vier) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Vordering van de benadeelde partij [aangever feit 1 05-703221-10]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij, [aangever feit 1 05-703221-10] terzake van het in de zaak met parketnummer 05-703221-10 onder 1 bewezen verklaarde tot het bedrag van EUR 20,00 (twintig euro) aan materiële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever feit 1 05-703221-10], een bedrag te betalen van EUR 20,00 (twintig euro) aan materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 (één) dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Vordering van de benadeelde partij [aangever feit 3 05-703221-10]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij, [aangever feit 3 05-703221-10], terzake van het in de zaak met parketnummer 05-900537-10 onder 3 bewezen verklaarde tot het bedrag van EUR 600,00 (zeshonderd euro) aan immateriële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever feit 3 05-703221-10], een bedrag te betalen van EUR 600,00 (zeshonderd euro) aan immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 12 (twaalf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Vordering van de benadeelde partij [aangever feit 4 05-703221-10]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever feit 4 05-703221-10] terzake van het in de zaak met parketnummer 05-703221-10 onder 4 bewezen verklaarde tot het bedrag van EUR 1.401,05 (duizend vierhonderdéén euro en vijf cent) aan materiële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij in zoverre haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever feit 4 05-703221-10], een bedrag te betalen van EUR 1.401,05 (duizend vierhonderdéén euro en vijf cent) aan materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 24 (vierentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Vordering van de benadeelde partij [aangever feit 5 05-703221-10]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij, [aangever feit 5 05-703221-10], terzake van het in de zaak met parketnummer 05-703221-10 onder 5 bewezen verklaarde tot het bedrag van EUR 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) aan materiële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever feit 5 05-703221-10], een bedrag te betalen van EUR 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) aan materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 72 (tweeënzeventig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Aldus gewezen door
mr M. Otte, voorzitter,
mr A.J. Smit en mr W.R. Rosingh, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr I.H.A. Bijl, griffier,
en op 5 juni 2012 ter openbare terechtzitting uitgesproken.