ECLI:NL:RBARN:2011:BQ8604

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
21 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05-703221-10
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tien jaar gevangenisstraf voor afpersingen, poging tot diefstal, brandstichtingen en verboden wapenbezit

In de zaak voor de Rechtbank Arnhem is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar voor een reeks ernstige misdrijven, waaronder vijf afpersingen in vereniging, poging tot diefstal met geweld, twee brandstichtingen en verboden wapenbezit. De feiten vonden plaats in de maanden april tot en met juni 2010, waarbij de verdachte samen met medeverdachten slachtoffers onder bedreiging met geweld dwong tot afgifte van geld en goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deze misdrijven, waarbij hij gebruik maakte van een nepvuurwapen en in sommige gevallen ook een mes. De rechtbank heeft de impact van de gepleegde feiten op de slachtoffers en de samenleving zwaar meegewogen in de strafmaat. De officier van justitie had een gevangenisstraf van tien jaar geëist, wat de rechtbank passend achtte gezien de ernst van de feiten en de herhaling van geweldsdelicten in een korte periode. De verdachte heeft geen inzicht gegeven in zijn gedrag en heeft niet meegewerkt aan rapportages, wat de rechtbank als zorgelijk beschouwde. De rechtbank heeft ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, maar kwam tot de conclusie dat alleen een lange gevangenisstraf recht deed aan de gepleegde feiten. Daarnaast zijn er vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de rechtbank de verdachte ook heeft verplicht tot schadevergoeding aan de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
Promis II
Parketnummer : 05/703221-10 en 05/900537-10
Datum zitting : 12 oktober 2010, 4 januari 2011, 24 april 2011 en 7 juni 2011
Datum uitspraak : 21 juni 2011
Tegenspraak
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats]
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
thans gedetineerd in PI Arnhem - De Berg, Arnhem Noord, Wilhelminastraat 16
Arnhem.
Raadsman: mr. B.P.J. van Riel, advocaat te Arnhem.
Officier van justitie mr. H. Timmer.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Na een door de rechtbank toegestane vordering nadere omschrijving tenlastelegging is aan verdachte tenlastegelegd dat:
Onder parketnummer 05/900537-10:
1.
hij op of omstreeks 01 mei 2010 te Voorthuizen, op de openbare weg te weten de
[adres], tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij1]t heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee (inhoudende o.a.
een pinpas en/of een OV-jaarkaart), in elk geval van enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan die van [benadeelde partij1], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging
met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of diens mededader opzettelijk
dreigend een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft
gericht en/of gericht heeft gehouden op het lichaam van die [benadeelde partij1] en/of
die [benadeelde partij1] de woorden heeft toegevoegd: "Geef me je geld", althans woorden
van dergelijke aard of strekking;
(zaak 2)
2.
hij op of omstreeks 09 april 2010 te Nijkerk, op de openbare weg te weten de
[adres], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij2] heeft gedwongen tot de
afgifte van een portemonnee (inhoudende een bedrag van ongeveer 80 euro), in
elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat verdachte en/of diens mededader opzettelijk dreigend een mes heeft getoond
aan die van [benadeelde partij2] en/of die van [benadeelde partij2] met een mes, althans een dergelijk
voorwerp, in de rug heeft geprikt, en/of die [benadeelde partij2] de woorden heeft
toegevoegd: "Geef alles wat je hebt en zo snel mogelijk" althans woorden van
dergelijke aard of strekking;
(zaak 3)
3.
hij op of omstreeks 09 april 2010 te Nijkerk, op de openbare weg te weten de
[adres], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij3] heeft gedwongen tot de afgifte
van een geldbedrag en/of een GSM, in elk geval van enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [benadeelde partij3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met
geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of diens mededader opzettelijk
(dreigend) een mes heeft getoond aan die [benadeelde partij3] en/of daarbij die [benadeelde partij3] (dreigend)
de woorden heeft toegevoegd: "Geef me alles wat je hebt en/of Geef me alles
wat je hebt, geld, telefoon, alles", althans woorden van dergelijke aard of
strekking;
(zaak 3)
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 09 april 2010 te Nijkerk, op de openbare weg te weten de
[adres], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
geldbedrag en/of een GSM, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde partij3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of
vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die de
[benadeelde partij3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en) dat verdachte en/of diens mededader opzettelijk (dreigend)
een mes heeft getoond aan die [benadeelde partij3] en/of daarbij die [benadeelde partij3] (dreigend) de woorden
heeft toegevoegd: "Geef me alles wat je hebt en/of Geef me alles wat je hebt,
geld, telefoon, alles", althans woorden van dergelijke aard of strekking;
4.
hij op of omstreeks 13 april 2010 te Nijkerk, op de openbare weg, de
[adres] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij4] heeft gedwongen
tot de afgifte van een GSM (Sony Ericsson)en/of een ID-kaart en/of een
fietssleutel, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
die [benadeelde partij4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat verdachte opzettelijk dreigen een pistool, althans een op een pistool
gelijkend voorwerp, heeft gericht en/of gericht heeft gehouden op het lichaam
van die [benadeelde partij4] en of die [benadeelde partij4] daarbij (dreigend) de woorden heeft toegevoegd:
Geef alles wat je hebt, mobiel, sleutels en portemonnee", althans woorden van
dergelijke aard of strekking;
(zaak 4)
Onder parketnummer 05/703221-10:
1.
hij op of omstreeks 24 april 2010 te Nijkerk, op de openbare weg te weten de
[adres], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij5] heeft gedwongen tot de
afgifte van een geldbedrag van 20 euro, althans enig geldbedrag,, in elk geval
van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde partij5], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk
geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
opzettelijk dreigend een pistool heeft gericht en/of gericht heeft gehouden op
het lichaam van die [benadeelde partij5] en/of die [benadeelde partij5] (dreigend) de woordenheeft
toegevoegd: "Stop, sta stil" en/of " Geef me je portemonnee", althans woorden
van dergelijke aard of strekking;
(Zaak 5)
2.
hij op of omstreeks 16 juni 2010 te Nijkerk [broer verdachte] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
door opzettelijk dreigend een vuurwapen op die [broer verdachte] heeft gericht
en/of gericht heeft gehouden en/of die [broer verdachte] dreigend de woorden
heeft toegevoegd: "Deze is voor jou", althans woorden van dergelijke aard of
strekking;
(zaak 7)
3.
hij op of omstreeks 05 juni 2010 te Harderwijk, op de openbare weg te weten de
[adres], ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen goederen en/of
geld, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij6], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die
voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te
doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij6], te plegen
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere
deelnemer(s) van dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het
bezit van het gestolene te verzekeren, tezamen en in vereniging met verdachtes
mededader(s), althans alleen, opzettelijk dreigend een pistool, althans een op
een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [benadeelde partij6] heeft gericht en/of gericht
heeft gehouden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(zaak 8)
4.
hij op of omstreeks 23 juli 2009 te 't Harde, gemeente Elburg tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft
gesticht in een personenauto (Citroen [x]), immers heeft/hebben
verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk
een aangestoken/brandende molotov-cocktail in/tegen voornoemde Citroen te
gooien, waardoor de inhoud van die molotov-cocktail tot
ontbranding/ontploffing werd gebracht, in elk geval opzettelijk (open) vuur in
aanraking gebracht met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan brand is
ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor in die Citroen aanwezige
goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
5.
hij op of omstreeks 24 juli 2009 te Elburg tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht in een
personenauto (BMW 3-serie [x]), immers heeft/hebben verdachte en/of (een
of meer van) zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk benzine, althans een
brandbare vloeistof, over die BMW uitgegoten/gesprenkeld, welke benzine
vervolgens tot ontbranding werd gebracht door een brandende prop papier
op/tegen die auto te gooien, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking
gebracht met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan brand is ontstaan,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor in die BMW aanwezige goederen en/of de in
de nabijheid van die BMW staande houten schutting, in elk geval gemeen gevaar
voor goederen, te duchten was;
6.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 april 2010
tot en met 16 juni 2010 te Nijkerk en/of Harderwijk, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(een) wapen(s) van categorie I onder 7°, te weten (een) nabootsing(en) van
(een) Colt Combat Commander te weten een Colt Special Combat, dat/die door
zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een)
Colt Combat Commander, voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
(zaak 12).
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 7 juni 2011 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. B.P.J. van Riel, advocaat te Arnhem.
Als officier van justitie is ter terechtzitting aanwezig mr. H. Timmer.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd:
• [benadeelde par[benadeelde partij4], ter zake feit 4 van parketnummer 05/900537-10;
• [benadeeld[benadeelde partij5], ter zake feit 1 van parketnummer 05/703221-10
• [benadeelde partij6], ter zake feit 3 van parketnummer 05/703221-10;
• [benadeelde partij7], ter zake feit 4 van parketnummer 05/703221-10;
• [benadeelde partij8], ter zake feit 5 van parketnummer 05/703221-10.
3. De beslissing inzake het bewijs
Onder parketnummer 05/900537-10
Ter zake feiten 1, 2, 3 (primair), en 4
Nu verdachte het bewezenverklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en zijn raadsman geen vrijspraak heeft bepleit, is ter zake van feit 1,2, 3 (primair) en 4 sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering. Daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
De bewijsmiddelen zijn:
Feit 1
- Het proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van Van [benadeelde partij1];
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 juni 2011.
Feit 2
- Het proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van Van [benadeelde partij2];
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 juni 2011.
Feit 3
- Het proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van [benadeelde partij3];
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 juni 2011.
Feit 4
- Het proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van [benadeelde partij4];
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 juni 2011.
Onder parketnummer 05/703221-10:
Ter zake feiten 1, 2, 3, 4, 5 en 6
Nu verdachte het bewezenverklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en zijn raadsman geen vrijspraak heeft bepleit, is ter zake van alle feiten sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering. Daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
De bewijsmiddelen zijn:
Feit 1
- Het proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van Van [benadeelde partij5];
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 juni 2011.
Feit 2
- Het proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van [broer verdachte];
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 juni 2011.
Feit 3
- Het proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van [benadeelde partij6];
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 juni 2011.
Feit 4
- Het proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van [benadeelde partij7];
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 juni 2011.
Feit 5
- Het proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van [benadeelde partij8];
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 juni 2011.
Feit 6
- Het proces-verbaal van wapenherkenning;
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 juni 2011.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
Onder parketnummer 05/900537-10:
1.
hij op 01 mei 2010 te Voorthuizen, op de openbare weg te weten de
[adres], tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [benadeelde partij1]t heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee (inhoudende o.a.
een pinpas en/of een OV-jaarkaart), geheel toebehorende aan die van [benadeelde partij1], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte opzettelijk dreigend een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft gericht en gericht heeft gehouden op het lichaam van die [benadeelde partij1] en die [benadeelde partij1] de woorden heeft toegevoegd: "Geef me je geld
(zaak 2)
2.
hij op 09 april 2010 te Nijkerk, op de openbare weg te weten de
[adres], tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en bedreiging met geweld [benadeelde partij2] heeft gedwongen tot de
afgifte van een portemonnee (inhoudende een bedrag van ongeveer 80 euro),geheel toebehorende aan [benadeelde partij2], welke bedreiging met geweld hierin bestond
dat verdachte opzettelijk dreigend een mes heeft getoond aan die van [benadeelde partij2] en die van [benadeelde partij2] met een mes in de rug heeft geprikt, en die [benadeelde partij2] de woorden heeft
toegevoegd: "Geef alles wat je hebt en zo snel mogelijk"
(zaak 3)
3.
hij op 09 april 2010 te Nijkerk, op de openbare weg te weten de
[adres], tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [benadeelde partij3] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag en een GSM , geheel toebehorende aan [benadeelde partij3] welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte opzettelijk
dreigend een mes heeft getoond aan die [benadeelde partij3] en daarbij die [benadeelde partij3] dreigend
de woorden heeft toegevoegd: Geef me alles wat je hebt, geld, telefoon, alles
(zaak 3)
4.
hij op 13 april 2010 te Nijkerk, op de openbare weg, de
[adres] tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een
ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [benadeelde partij4] heeft gedwongen tot de afgifte van een GSM (Sony Ericsson)en een ID-kaart en een
fietssleutel, geheel toebehorende aan die [benadeelde partij4] welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte opzettelijk dreigend een op een pistool gelijkend voorwerp, heeft gericht op het lichaam van die [benadeelde partij4] en of die [benadeelde partij4] daarbij dreigend de woorden heeft toegevoegd:
Geef alles wat je hebt, mobiel, sleutels en portemonnee",
(zaak 4)
Onder parketnummer 05/703221-10:
1.
hij op 24 april 2010 te Nijkerk, op de openbare weg te weten de
[adres], tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [benadeelde partij5] heeft gedwongen tot de
afgifte van een geldbedrag van 20 euro, geheel toebehorende aan die [benadeelde partij5], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte opzettelijk dreigend een pistool heeft gericht op het lichaam van die [benadeelde partij5] en die [benadeelde partij5] dreigend de woorden heeft
toegevoegd: "Stop, sta stil" en " Geef me je portemonnee",
(Zaak 5)
2.
hij op of omstreeks 16 juni 2010 te Nijkerk [broer verdachte] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht, door opzettelijk dreigend een vuurwapen op die [broer verdachte] te richten en die [broer verdachte] dreigend de woorden
heeft toegevoegd: "Deze is voor jou",
(zaak 7)
3.
hij op 05 juni 2010 te Harderwijk, op de openbare weg te weten de
[adres], ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen goederen en geld, geheel toebehorende aan [benadeelde partij6], en daarbij die
voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en te doen vergezellen bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij6], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken tezamen en in vereniging met verdachtes
mededaders, opzettelijk dreigend een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [benadeelde partij6] heeft gericht terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(zaak 8)
4.
hij op 23 juli 2009 te 't Harde, gemeente Elburg tezamen en in
vereniging met een ander , opzettelijk brand heeft gesticht in een personenauto (Citroen [x]), immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk een aangestoken/brandende molotov-cocktail in voornoemde Citroen gegooid, waardoor de inhoud van die molotov-cocktail tot ontbrandingwerd gebracht ten gevolge waarvan brand is
ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor in die Citroen aanwezige
goederen , te duchten was;
5.
hij op 24 juli 2009 te Elburg tezamen en in vereniging met een
ander of anderenopzettelijk brand heeft gesticht in een
personenauto (BMW 3-serie [x]), immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk benzine, over die BMW uitgegoten, welke benzine vervolgens tot ontbranding werd gebracht door een brandende prop papier op die auto te gooien, ten gevolge waarvan brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor in die BMW aanwezige goederen en de in
de nabijheid van die BMW staande houten schutting, te duchten was;
6.
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 01 april 2010
tot en met 16 juni 2010 te Nijkerk en Harderwijk, tezamen en in vereniging met een ander een wapen van categorie I onder 7°, te weten een nabootsing van een Colt Combat Commander te weten een Colt Special Combat, die door
zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een
Colt Combat Commander, voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
(zaak 12).
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4a. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Onder parketnummer 05/900537-10:
Ten aanzien van feit 1:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 2:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 3:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 4:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Onder parketnummer 05/703221-10:
Ten aanzien van feit 1:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 2:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Ten aanzien van feit 3:
Poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 4:
Opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.
Ten aanzien van feit 5:
Opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.
Ten aanzien van feit 6:
Handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
4b. De strafbaarheid van het/de feit(en)
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten.
6a. De motivering van de sanctie
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. De officier van justitie komt tot deze eis vanwege de grote impact van de door verdachte gepleegde feiten op zowel de slachtoffers als de samenleving. De officier van justitie acht veel strafvermeerderende factoren van toepassing.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit de strafeis van de officier van justitie te matigen. Hij wijst onder meer op het nagenoeg blanco strafblad van verdachte, het feit dat hij alle feiten uit zichzelf direct heeft bekend, berouw heeft getoond en een excuusbrief aan de slachtoffers heeft geschreven. .
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
- de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 19 februari 2011; en
- een Pro Justitia rapportage opgemaakt door [psycholoog], psycholoog en [psychiater], psychiater, betreffende verdachte, gedateerd 6 mei 2011; en
- een voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland, betreffende verdachte, gedateerd 24 september 2010.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan tien strafbare feiten, die alle een geweldskarakter hebben. Hij is in de maanden april, mei en juni 2010 betrokken geweest bij vijf afpersingen en een poging tot diefstal met geweld. Het patroon is steeds hetzelfde: verdachte rijdt met medeverdachte [05-703220-10] rond in de auto, waarna ergens wordt geparkeerd en verdachte een of meerdere voorbijgangers afperst. De afpersingen vinden in alle gevallen plaats onder bedreiging met geweld door het gebruik van een of meerdere wapens, waaronder een illegaal imitatiepistool. Daarnaast heeft verdachte zich in juli 2010 schuldig gemaakt aan twee brandstichtingen in de auto van de ex-vriendin van zijn broer en haar moeder, waarbij gevaar ontstond voor de goederen in de auto’s en in een geval ook voor de schutting naast de auto. Ten slotte heeft verdachte in juni 2010 zijn broer bedreigd met het imitatievuurwapen.
De bewezen geachte strafbare feiten zijn zonder meer ernstig en de rechtbank rekent de verdachte die feiten zeer zwaar aan. In een relatief korte periode heeft verdachte een groot aantal willekeurige voorbijgangers beroofd. Bij de berovingen, meestal in de nachtelijke uren, werd gebruik gemaakt van een nepvuurwapen, waarvan de slachtoffers mochten veronderstellen dat het een echt wapen was. Met behulp van dit vuurwapen werden de slachtoffers bedreigd en geïntimideerd en gedwongen geld en/of goederen af te geven. De ervaring leert dat de slachtoffers van berovingen nog lange tijd de nadelige psychische gevolgen ondervinden van wat hen is overkomen. Zoals ook uit de ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaringen bleek, heeft het handelen van verdachte geleid tot langdurige gevoelens van onveiligheid en angst. Hierbij heeft verdachte ten tijde van de delicten kennelijk in het geheel niet stilgestaan. Hij pleegde de berovingen enkel voor de kick en om in zijn drugsverslaving te kunnen voorzien. Daarbij acht de rechtbank ook van belang dat verdachte de berovingen in een korte periode pleegde, steeds in dezelfde omgeving. Het plegen van een reeks berovingen in een korte tijdsperiode heeft daarmee niet alleen negatieve consequenties voor de direct betrokkenen, maar zorgt ook voor een groot gevoel van onveiligheid, verontwaardiging en onrust in de maatschappij, zeker in een kleine gemeenschap als Nijkerk.
Dit alles in overweging genomen is de rechtbank van oordeel dat de feiten zo ernstig zijn, dat alleen een gevangenisstraf in aanmerking komt.
De rechtbank weegt ook mee dat verdachte een beperkt strafblad heeft. Echter, anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de leeftijd van verdachte in zijn nadeel weegt. Verdachte is weliswaar jong, maar de rechtbank acht het zorgelijk dat hij op zijn jonge leeftijd al overgegaan tot het plegen van zoveel ernstige feiten in een zo korte periode.
De rechtbank merkt op dat verdachte geen inzicht heeft willen geven in zijn persoon, daar hij niet wilde meewerken aan het opstellen van rapportages, ook niet in het Pieter Baan Centrum. Gelet op het feit dat de deskundigen geen oordeel hebben kunnen geven over de toerekeningsvatbaarheid van verdachte, acht de rechtbank verdachte toerekeningsvatbaar te verklaren.
Alle omstandigheden in aanmerking nemend is de rechtbank van oordeel dat alleen een lange gevangenisstraf van na te melden duur recht doet aan de ernst van deze veelheid aan door verdachte in korte tijd gepleegde feiten. De door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf van 10 jaar acht de rechtbank passend en geboden.
6b. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben overeenkomstig het bepaalde in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van hun vorderingen, strekkende tot vergoeding van geleden schade.
[benadeelde partij4] (ten aanzien van feit 4 van parketnummer 05/900537-10)
De officier van Justitie heeft gevraagd de vordering van [benadeelde partij4] toe te wijzen.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij4] is niet betwist door verdachte en komt de rechtbank gegrond voor. De rechtbank zal de vordering dan ook in haar geheel toewijzen.
[benadeelde partij5] (ten aanzien van feit 1 van parketnummer 05/703221/10)
De officier van Justitie heeft gevraagd de vordering van [benadeelde partij5] toe te wijzen.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij5] is niet betwist door verdachte en komt de rechtbank gegrond voor. De rechtbank zal de vordering dan ook in haar geheel toewijzen.
[benadeelde partij6] (ten aanzien van feit 3 van parketnummer 05/703221/10)
De officier van Justitie heeft gevraagd de vordering van [benadeelde partij6] toe te wijzen.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij6] is niet betwist door verdachte. De rechtbank acht voldoende aannemelijk dat [benadeelde partij6] door hetgeen haar is aangedaan immateriële schade heeft geleden en dat zij uit dien hoofde terecht aanspraak maakt op vergoeding van die schade. Zij is van oordeel dat een bedrag van € 600,- aan schadevergoeding, gelet op alle omstandigheden, billijk is. De recht¬bank zal de vordering dan ook in haar geheel toewijzen.
[benadeelde partij7] (ten aanzien van feit 4 van parketnummer 05/703221-10)
De officier van Justitie heeft gevraagd de vordering van [benadeelde partij7] toe te wijzen, waarbij hij heeft gevraagd de waarde van de Citroën conform de onderbouwing vast te stellen op € 700,- en het bit conform de onderbouwing op € 40,50.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij7] is – in aanmerking genomen de opmerkingen van de officier van justitie - niet betwist door de verdediging en komt de rechtbank gegrond voor. De rechtbank zal de vordering dan ook toewijzen, waarbij zij vanwege de onderbouwing de waarde van de Citroën zal vaststellen op € 700,- en de waarde van het bit op € 40,50. Voor het overige zal de rechtbank de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
[benadeelde partij8] (ten aanzien van feit 5 van parketnummer 05/703221-10)
De officier van Justitie heeft gevraagd de vordering van [benadeelde partij8] toe te wijzen.
De vorderingen van de benadeelde partij [benadeelde partij8] is niet betwist door verdachte en komt de rechtbank gegrond voor. De rechtbank zal de vordering dan ook in haar geheel toewijzen.
Hoofdelijke toewijzing
De verdachte is niet meer tot vergoeding gehouden ten aanzien van [benadeelde partij4], [benadeelde partij5] en [benadeelde partij6] indien en voor zover het gevorderde door zijn mededader is of wordt voldaan.
Schadevergoedingsmaatregel
Voor het toewijsbare deel van de vorderingen geldt tevens dat de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht zal toepassen en dus verdachte de verplichting zal opleggen een bedrag, gelijk aan het door de rechtbank toe te wijzen schadebedrag, aan de Staat te betalen ten behoeve van de benadeelde partijen.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 36f, 45, 57, 91, 157, 285, 310, 312, 317 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 2, 13, 54 en 56 van de Wet wapens en munitie.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het/de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) jaren.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoer¬legging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde par[benadeelde partij4] (feit 1 van parketnummer 05/703220-10).
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover mededader betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [benadeelde par[benadeelde partij4] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [benadeelde par[benadeelde partij4] te betalen € 227,09 (zegge tweehonderdzevenentwintig euro en negen eurocent).
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ad € 227,09, subsidiair 4 dagen hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij4], te betalen € 227,09 (zegge tweehonderdzevenentwintig euro en negen eurocent), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 9 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere betalingsverplichting doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij5] (feit 2 van parketnummer 05/703220-10).
Wijst de vordering van de benadeelde toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover mededader betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [benadeeld[benadeelde partij5] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [benadeelde partij5] te betalen € 20,- (zegge twintig euro).
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ad € 20,-, subsidiair 1 dag hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeeld[benadeelde partij5], te betalen € 20,- (zegge twintig euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 1 dag, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere betalingsverplichting doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij6] (feit 3 van parketnummer 05/900474-10).
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover mededader betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [benadeelde partij6] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [benadeelde partij6] te betalen € 600,- (zegge zeshonderd euro).
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ad € 600,-, subsidiair 12 dagen hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij6], te betalen € 600,- (zegge zeshonderd euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 12 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere betalingsverplichting doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij7] (feit 4 van parketnummer 05/703221-10).
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [benadeelde partij7], te betalen € 1.401,05 (zegge veertienhonderdéén euro en vijf eurocent).
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk.
Maatregel van schadevergoeding ad € 1401,05, subsidiair 24 dagen hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde partij7], te betalen € 1.401,05 (zegge veertienhonderdéén euro en vijf eurocent), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 46 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij8] (feit 5 van parketnummer 05/703221-10).
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [benadeelde partij8] te betalen € 7500,- (zegge vijfenzeventighonderd euro).
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ad € 7.500,-, subsidiair 72 dagen hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde partij8], te betalen € 7500,- (zegge vijfenzeventighonderd euro),
bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 72 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Aldus gewezen door:
mr. M.M.L.A.T. Doll, rechter, als voorzitter,
mr. M.F. Gielissen, rechter,
mr. G.J.M. van Wijk, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.J.M. Verhoeven, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 juni 2011.
Zijnde mr. G.J.M. van Wijk buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.