Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
direct voorafgaandaan haar dood door de verdachte is verkracht dan wel seksueel is misbruikt, hetgeen een aanwijzing zou kunnen vormen voor de veronderstelling dat sprake is van gekwalificeerde doodslag. De moeder en de zus van het slachtoffer hebben op 22 oktober 2013 tegenover de politie verklaard dat het destijds vijfjarige zoontje van de verdachte, die in de ten laste gelegde periode bij zijn vader verbleef, tegen hen heeft gezegd dat hij en zijn driejarige zusje op enig moment van hun vader een tekening moesten gaan maken in de voorkamer van de woning. Hun vader zei toen tegen hen dat hij in de achterkamer met het slachtoffer een spelletje ging spelen voor grote mensen. Het zoontje van de verdachte heeft tegenover de politie een gedetailleerde beschrijving gegeven van de kleding die het slachtoffer droeg op het moment dat zij door de verdachte werd meegenomen naar de kelder, alwaar zij door de verdachte zou zijn gewurgd. Het hof leidt daaruit af dat het slachtoffer gekleed was op het moment dat zij werd meegenomen naar de kelder.
opzicht van degene die dat desbevoegd over die minderjarige uitoefende, immers heeft hij, verdachte, toen
Het maagdenvlies
De afwezigheid van spermacellen
Het moment van penetratie
Doodslag.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) jaren.
€ 9.145,38 (negenduizend honderdvijfenveertig euro en achtendertig cent)ter zake van materiële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 9.145,38 (negenduizend honderdvijfenveertig euro en achtendertig cent)als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
80 (tachtig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.