In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag op 20 december 2013, gaat het om een hoger beroep van belanghebbende [X] (h/o [Y]) tegen de directeur van de Belastingdienst Rijnmond. De zaak betreft een verzoek om teruggaaf van omzetbelasting en een naheffingsaanslag die aan belanghebbende was opgelegd. Belanghebbende had over het tijdvak van december 2010 een verzoek om teruggaaf van € 4.246 ingediend, dat door de Inspecteur was afgewezen. Daarnaast was er een naheffingsaanslag van € 41.277 opgelegd voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010. De rechtbank had de beroepen van belanghebbende gegrond verklaard en de Inspecteur veroordeeld tot het vergoeden van proceskosten en griffierechten.
In hoger beroep heeft het Hof geoordeeld dat de over het gebruik van de woning voorhanden zijnde gegevens, in het bijzonder het arrest inzake Charles en Charles-Tijmens, meebrengen dat belanghebbende recht heeft op de volledige initiële aftrek van de op de bouw van de woning betrekking hebbende omzetbelasting. Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende de woning van aanvang af volledig zakelijk heeft geëtiketteerd. Dit leidde tot de conclusie dat de naheffingsaanslag moest worden vernietigd en de teruggaaf moest worden verleend.
Het Hof heeft de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 4.245, en heeft de griffierechten van in totaal € 622 aan belanghebbende te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.