Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Rolnummers hoofdzaak : 22-000884-12 en 22-000881-12
[verzoeker 1],
raadsman mr. G.J. van der Meer, advocaat te Amsterdam,
[verzoeker 2],
raadsman mr. G.J. van der Meer, advocaat te Amsterdam.
Het geding
Het wrakingsverzoek
a. In de motivering van de beslissing van de voorzitter van de wrakingskamer ten aanzien van het verzoek om te mogen filmen wordt een onrechtmatig onderscheid gemaakt tussen de verschillende mediasoorten, te weten enerzijds de professionele media, zoals deze door de voorzitter zijn aangeduid, en anderzijds de verzoekers als procesdeelnemers.
S. van Dissel, A.L.G.A. Stille en Chr.Th.P.M. Zandhuis schriftelijk hun reactie naar voren gebracht, inhoudende samengevat weergegeven :
Naar het oordeel van de leden van de gewraakte kamer kan uit de weigering van het verlenen van toestemming voor het maken van filmopnamen en de daarvoor gegeven motivering, geenszins worden afgeleid dat sprake is van enige (schijn van) vooringenomenheid van de leden van de gewraakte kamer (…), althans dat de vrees daartoe objectief gerechtvaardigd is.