In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag werd behandeld, gaat het om een geschil tussen Hotel-Café Restaurant De Bijhorst B.V. en een voormalige werknemer, aangeduid als [geïntimeerde]. De Bijhorst, appellante in het principaal hoger beroep, heeft in hoger beroep acht grieven ingediend tegen een eerder vonnis van de kantonrechter. De zaak draait om de uitleg van de woorden 'dit alles tegen finale kwijting' die zijn opgenomen in de ontbindingsbeschikking van de arbeidsovereenkomst van [geïntimeerde]. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden per 1 januari 2010, waarbij partijen overeenstemming bereikten over een beëindigingsvergoeding van € 35.000,- bruto.
De Bijhorst stelt dat de finale kwijting betekent dat [geïntimeerde] afstand heeft gedaan van alle loonaanspraken uit het verleden, terwijl [geïntimeerde] betoogt dat de finale kwijting enkel betrekking had op vorderingen die hij nog niet kon onderbouwen. Het hof oordeelt dat de uitleg van de finale kwijting niet eenduidig is en dat bewijslevering noodzakelijk is om de juiste uitleg vast te stellen. Het hof laat beide partijen toe tot bewijslevering, waarbij De Bijhorst als eerste aan de beurt is om getuigen te horen.
De beslissing over de grieven in het principaal en incidenteel beroep wordt aangehouden tot na de bewijslevering. De getuigenverhoren zullen plaatsvinden op 16 juni 2014 in het Paleis van Justitie te Den Haag. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan totdat de bewijslevering heeft plaatsgevonden.