ECLI:NL:GHDHA:2014:1679
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- U.E. Tromp
- J.T. Sanders
- E.M. Vrouwenvelder
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake naheffingsaanslagen omzetbelasting en boetebeschikkingen met betrekking tot exploitatie kinderdagcentrum
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin naheffingsaanslagen in de omzetbelasting en boetebeschikkingen zijn gehandhaafd. De naheffingsaanslagen zijn opgelegd voor de perioden van 1 januari 2011 tot en met 30 september 2011, 1 oktober 2011 tot en met 31 december 2011, en 1 januari 2012 tot en met 31 maart 2012, met bedragen van respectievelijk € 8.705, € 3.592 en € 3.445, alsook boetes van € 71 en € 68. De rechtbank heeft de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep is gegaan.
De kern van het geschil betreft de vraag of de exploitatie van het kinderdagcentrum door [B] onder de werkingssfeer van artikel 37d van de Wet op de omzetbelasting 1968 valt. Belanghebbende stelt dat de verhuur van het kinderdagcentrum aan [B] een eenmalige overdracht van een algemeenheid van goederen betreft, terwijl de Inspecteur dit ontkent en stelt dat het gaat om doorlopende diensten. Het Hof heeft vastgesteld dat de afspraken tussen belanghebbende en [B] erop wijzen dat [B] de exploitatie van het kinderdagcentrum op zich heeft genomen, en dat de huurpenningen als vergoeding voor deze exploitatie moeten worden aangemerkt.
Het Hof oordeelt dat de naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen ten onrechte zijn opgelegd, omdat de exploitatie van het kinderdagcentrum door [B] als een overdracht van een onderneming kan worden gekwalificeerd. Het Hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en de uitspraken van de Inspecteur, en verklaart de beroepen van belanghebbende gegrond. Tevens wordt de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten en moet hij de griffierechten vergoeden.