ECLI:NL:GHDHA:2014:2115
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- S.R. Mellema
- M.M. Olthof
- M.H. van Coeverden
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een Second Opinion procedure in arbeidsrechtelijke geschillen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, betreft het een hoger beroep in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen de appellant, vertegenwoordigd door mr. J. Ipenburg, en de geïntimeerde, IBB Kondor B.V., vertegenwoordigd door mr. B.J.R.M. van Spaendonck. De procedure is gestart met een verzoek tot toelating tot de Second Opinion-procedure, waarbij beide partijen de benodigde SO-formulieren hebben ingevuld en ondertekend. Dit verzoek werd goedgekeurd, waardoor de comparitie van partijen werd afgelast en het hof besloot om direct arrest te wijzen.
Het hof heeft de stukken van de eerste aanleg bestudeerd en de overwegingen van de kantonrechter overgenomen. De enige grief van IBB Kondor in het incidenteel appel was dat de kantonrechter in zijn vonnissen van 10 juli 2013 en 2 oktober 2013 niet had beslist zoals partijen in eerste aanleg hadden gevorderd. Het hof heeft geoordeeld dat de bestreden vonnissen van de kantonrechter moeten worden bekrachtigd, zonder dat verdere motivering nodig was, conform artikel 4.2 van het Second Opinion Reglement.
Daarnaast heeft het hof besloten om de proceskosten in het hoger beroep te compenseren, zowel in het principaal als in het incidenteel appel. De uitspraak werd gedaan op 1 juli 2014, in aanwezigheid van de griffier, en is gepubliceerd onder ECLI:NL:GHDHA:2014:2115.