hij in of omstreeks de periode van 01 augustus 2008 tot en met 05 augustus 2008 te Rotterdam en/of elders in Nederland en/of in Duitsland, althans een ander land dan Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
drie, althans één of meer perso(o)n(en) van Irakese nationaliteit/afkomst, althans met een buitenlandse nationaliteit, te weten [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3],
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of Duitsland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, in elk geval een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3], daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging, althans alleen (daartoe),
- één of meer (trein)ticket(s) geregeld/aangeschaft en/of (vervolgens) ter beschikking gesteld aan die [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3], teneinde daarmee in en/of door Nederland en/of Duitsland te reizen en/of
- ( daarbij) tijdens de (door- en/of trein)reis die [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] begeleid en/of geleid,
terwijl verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang en/of die doorreis wederrechtelijk was;
hij in of omstreeks de periode van 01 augustus 2008 tot en met 05 augustus 2008 te Rotterdam en/of elders in Nederland en/of in Duitsland, althans een ander land dan Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, drie, althans één of meer perso(o)n(en) van Irakese nationaliteit/afkomst, althans met een buitenlandse nationaliteit, te weten [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3],
uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of Duitsland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, in elk geval in een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3], daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging, althans alleen (daartoe), die [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3],
- in Nederland en/of in/naar Duitsland begeleid en/of geleid en/of
- gedurende één of meer dag(en) en/of nacht(en) onderdak (in een woning in Nederland) verschaft;
terwijl verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was;
4.
(Zaak 25 februari 2009)
hij in of omstreeks de periode van 10 februari 2009 tot en met 25 februari 2009 te Rotterdam en/of Parijs en/of Amsterdam en/of elders in Nederland en/of in Griekenland en/of Italië en/of Frankrijk en/of België, althans een ander land dan Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een persoon van Irakese nationaliteit/afkomst, althans met een buitenlandse nationaliteit, te weten [betrokkene 4]
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of Griekenland en/of Italië en/of Frankrijk en/of België, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, in elk geval een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die [betrokkene 4], daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging, althans alleen (daartoe),
- ( al dan niet telefonisch) afspraken gemaakt en/of contact onderhouden met zijn mededader(s) en/of één of meer andere perso(o)n(en), over onder meer (de wijze van) smokkel van één of meer perso(o)n(en) en/of
- ( een hoeveelheid) geld ter beschikking gesteld aan één of meer mededader(s) en/of perso(o)n(en) met een buitenlandse nationaliteit en/of
- één of meer ticket(s) gekocht/aangeschaft en/of (vervolgens) ter beschikking gesteld aan die [betrokkene 4] en/of
- vanuit en/of door Nederland en/of Griekenland en/of Italië en/of Frankrijk en/of België die [betrokkene 4] geleid en/of begeleid en/of
- die [betrokkene 4] opgehaald in Amsterdam en naar Vlaardingen gebracht;
terwijl verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang en/of die doorreis wederrechtelijk was;
hij
in of omstreeks de periode van 10 februari 2009 tot en met 25 februari 2009 te Rotterdam en/of Parijs en/of Amsterdam en/of elders in Nederland en/of in Griekenland en/of Italië en/of Frankrijk en/of België, althans een ander land dan Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een persoon van Irakese nationaliteit/afkomst, althans met een buitenlandse nationaliteit, te weten [betrokkene 4]
uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of Griekenland en/of Italië en/of Frankrijk en/of België,, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, in elk geval in een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die perso(o)n(en) (vooralsnog van onbekend gebleven identiteit) van Irakese en/of Afghaanse en/of Turkse, althans met een buitenlandse nationaliteit, daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging, althans alleen (daartoe),
- ( al dan niet telefonisch) afspraken gemaakt en/of contact onderhouden met zijn mededader(s) en/of één of meer andere perso(o)n(en), over onder meer (de wijze van) smokkel van één of meer perso(o)n(en) en/of
- ( een hoeveelheid) geld ter beschikking gesteld aan één of meer mededader(s) en/of perso(o)n(en) met een buitenlandse nationaliteit en/of
- één of meer ticket(s) gekocht/aangeschaft en/of (vervolgens) ter beschikking gesteld aan die [betrokkene 4] en/of
- vanuit en/of door Nederland en/of Griekenland en/of Italië en/of Frankrijk en/of België die [betrokkene 4] geleid en/of begeleid
- die [betrokkene 4] gedurende één of meer dag(en) en/of nacht(en) onderdak/verblijf (in een woning in Nederland en/of Griekenlan en/of Italië) verschaft; terwijl verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was;
hij in of omstreeks de periode van 01 augustus 2006 tot en met 21 april 2009 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
heeft deelgenomen aan een organisatie, die tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- mensensmokkel (artikel 197A Sr)
- witwassen (artikel 420bis Sr).
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Feit 1 tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde
Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen behulpzaam is geweest bij het verschaffen van
verblijfvan [betrokkene 1], [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3], zoals onder 2 tweede cumulatief/alternatief ten laste is gelegd. Het hof stelt vast dat de in Duitsland afgelegde verklaring van [medeverdachte 1], welke is neergelegd in een buitenlands proces-verbaal – zijnde een geschrift als bedoeld in artikel 344 lid 1 sub 3 van het Wetboek van Strafvordering - het enige wettige en overtuigende bewijsmiddel is ten aanzien van dit feit. Een enkel zodanig bewijsmiddel is evenwel onvoldoende. Het hof zal de verdachte daarom van dit feit vrijspreken.
Feit 4 tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde
Het hof acht – overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal – niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen behulpzaam is geweest bij het verschaffen van verblijf van [betrokkene 4], zoals onder 4 tweede cumulatief/alternatief ten laste is gelegd. Het hof zal de verdachte ook daarvan vrijspreken.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 eerste cumulatief/alternatief,
hij in de periode van 01 augustus 2008 tot en met 05 augustus 2008 te Rotterdam en elders in Nederland en in Duitsland, tezamen en in vereniging met anderen,
drie personen van Irakese nationaliteit/afkomst, althans met een buitenlandse nationaliteit, te weten [betrokkene 1] en [betrokkene 2] en [betrokkene 3],
behulpzaam is geweest bij doorreis door Nederland en
het zich verschaffen van toegang tot en doorreis doorDuitsland, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders tezamen en in vereniging, daartoe,
- treintickets geregeld/aangeschaft en ter beschikking gesteld aan die [betrokkene 1] en [betrokkene 2] en [betrokkene 3], teneinde daarmee in en door Nederland en Duitsland te reizen en daarbij tijdens de treinreis die [betrokkene 1] en [betrokkene 2] en [betrokkene 3] begeleid en/of geleid,
terwijl verdachte wist dat die toegang en die doorreis wederrechtelijk was;
4.
(Zaak 25 februari 2009)
hij in de periode van 10 februari 2009 tot en met 25 februari 2009 te Rotterdam en Parijs en Amsterdam en elders in Nederland en Italië en Frankrijk en België, tezamen en in vereniging met anderen, een persoon van Irakese nationaliteit, te weten [betrokkene 4]
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot Nederland en
doorreis doorItalië en Frankrijk en België,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders tezamen en in vereniging, daartoe,
- telefonisch afspraken gemaakt en contact onderhouden met zijn mededaders en andere personen over de wijze van smokkel van één persoon en
- een hoeveelheid geld ter beschikking gesteld aan één mededader en
- één ticket gekocht/aangeschaft en vervolgens ter beschikking gesteld aan die [betrokkene 4] en
- vanuit Nederland en Italië die
[betrokkene 4]geleid en
- die [betrokkene 4] opgehaald in Amsterdam en naar Vlaardingen gebracht
,
terwijl verdachte wist dat die toegang en die doorreis wederrechtelijk
waren;
hij in de periode van 01 augustus 200
8tot en met 21 april 2009 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, die tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- mensensmokkel (artikel 197A Sr).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverwegingen
Duitse verklaring [medeverdachte 1] (Bad Bentheim transport)
De raadsman van de verdachte heeft overeenkomstig zijn overgelegde pleitaantekeningen aangevoerd dat – kort gezegd - de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] afgelegd bij de politie in Duitsland onbetrouwbaar is, nu [medeverdachte 1] deze verklaring later bij de politie en de rechter-commissaris in Nederland heeft ingetrokken. Daarnaast heeft de raadsman bepleit dat deze Duitse verklaring van [medeverdachte 1] het enige bewijsmiddel is waaruit verdachtes betrokkenheid bij het Bad Bentheim transport rechtstreeks blijkt. De beginselen van een behoorlijke procesorde brengen met zich dat die belastende verklaring alleen gebruikt mag worden indien de getuige minstens is opgeroepen om ter zitting een verklaring af te leggen. Nu dit niet is gebeurd, kan de belastende Duitse verklaring van [medeverdachte 1] niet gebruikt worden voor het bewijs en dient de verdachte te worden vrijgesproken ten aanzien van het Bad Bentheim transport, aldus de raadsman.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Het hof bezigt de, in Duitsland afgelegde, verklaring van [medeverdachte 1] tot het bewijs, nu deze verklaring voldoende steun vindt in de overige zich in het dossier bevindende en voor het bewijs te bezigen bewijsmiddelen. Het hof overweegt daartoe als volgt.
Uit de verklaringen van de drie vreemdelingen kan worden opgemaakt dat zij de treintickets niet zelf hadden gekocht. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat de treintickets door de verdachte en [medeverdachte 2] waren gekocht. Gebleken is dat de treintickets die de illegale vreemdelingen en [medeverdachte 1] bij zich droegen alle op 5 augustus 2008 tussen 10.00 en 10.01 uur zijn gekocht op het Centraal Station te Rotterdam, loket C, met hetzelfde traject/reisdoel en met (bijna) opeenvolgende nummers. Eén van de vreemdelingen, [betrokkene 1], heeft verklaard dat op een briefje in zijn zak het telefoonnummer van zijn smokkelaar stond. Op dat briefje stond nummer [telnr.] genoteerd. Dit nummer komt overeen met het nummer dat [medeverdachte 1] heeft opgegeven als het nummer van de verdachte. Uit nader onderzoek is naar voren gekomen dat met voornoemd telefoonnummer op 5 augustus 2008 tussen 09:51 en 10.02 uur vier telefoongesprekken worden gevoerd met medeverdachte [medeverdachte 2], waarbij telkens een telefoonmast wordt aangestraald in de directe omgeving van het Centraal Station te Rotterdam. Voorts volgt uit camerabeelden dat [medeverdachte 2] op 5 augustus 2008 om 10.13.57 uur en de verdachte om 10.14.01 uur de klantenentree zijn binnengelopen op het Centraal Stadion te Rotterdam. Het hof leidt uit het voorgaande, in samenhang met de overige evengenoemde bewijsmiddelen beschouwd, af dat de verdachte en [medeverdachte 2] rond het tijdstip van het aanschaffen van de treintickets op het meergenoemde Centraal Station bij de kaartverkoop aanwezig waren, dat zij kort tevoren met het hiervoor bedoelde telefoonnummer contact hebben gehad, waarbij het niet anders kan dan dat de verdachte ook feitelijk de gebruiker van dat telefoonnummer moet zijn geweest, hetgeen in lijn is met hetgeen [medeverdachte 1] daaromtrent tegenover de Duitse politie heeft verklaard.
Het hof acht deze verklaring van [medeverdachte 1] daarom betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. Het hof ziet ook overigens geen aanleiding om aan de betrouwbaarheid van de evenbedoelde in Duitsland afgelegde verklaring van [medeverdachte 1] te twijfelen. De enkele omstandigheid dat [medeverdachte 1] diens in Duitsland afgelegde verklaring later bij de politie en de rechter-commissaris in Nederland heeft ingetrokken, maakt dit in casu op grond van het vorenoverwogene en de steun die volgt uit de overige bewijsmiddelen, niet anders.
De raadsman van verdachte heeft voorafgaand aan de zitting expliciet te kennen gegeven geen onderzoekswensen te hebben (brief griffier d.d. 8 april 2014, waarin dit bevestigd wordt).
Blijkens hetgeen hiervoor is overwogen doet zich niet de situatie voor dat de door [medeverdachte 1] in Duitsland afgelegde verklaring het enige of beslissende bewijs vormt voor de strafbare betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde feit. Dit brengt mee dat het hof niet ambtshalve gehouden was [medeverdachte 1] als getuige ter zitting op te roepen (HR 29.1.2013, BX5539).
Het hof verwerpt derhalve het verweer.
Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken ter zake feit 5, nu voor deelname aan een criminele organisatie geen bewijs is en evenmin is gebleken van gestructureerd en duurzaam samenwerken. De samenwerking is slechts incidenteel geweest voor wat betreft de zaak [betrokkene 4] (feit 4), aldus de raadsman.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Uit de bewijsmiddelen kan worden opgemaakt dat de verdachte bij meerdere mensensmokkeltransporten betrokken is geweest dan alleen het transport van [betrokkene 4] en dat hij hierin telkens een organiserende en/of ondersteunende rol heeft gespeeld.
In de zaak Bad Bentheim is naar voren gekomen dat de verdachte samen met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in augustus 2008 heeft deelgenomen aan de mensensmokkel van een drietal illegale vreemdelingen. Uit de bewijsmiddelen behorende bij feit 1 kan volgen dat de verdachte samen met [medeverdachte 2] een rol heeft gespeeld bij het vertrek per trein van de illegale vreemdelingen. Volgens de verklaring van [medeverdachte 1] heeft [medeverdachte 2] de smokkel georganiseerd en werkt de verdachte samen met [medeverdachte 2]. [medeverdachte 1] heeft, zo kan uit zijn eigen verklaring worden opgemaakt, de illegalen begeleid in de trein.
In de zaak [betrokkene 4] kan worden vastgesteld dat [betrokkene 4] illegaal via Turkije en Italië alsmede Frankrijk en België naar Nederland is gereisd, waarna hij in de woning van de verdachte is aangehouden. Uit de bewijsmiddelen behorende bij feit 4 volgt dat de verdachte telefonisch contact had met [medeverdachte 2] in Italië, die hem berichtte dat de jongen daar was aangekomen. Op verzoek van de verdachte haalde [medeverdachte 2] [betrokkene 4] op bij de vrachtwagen waarmee hij in Italië was aangekomen. De verdachte heeft voorts verschillende telefoongesprekken gevoerd waarin hij praatte over het geld dat voor de smokkel van [betrokkene 4] moest worden betaald, hetgeen ook daadwerkelijk is gebeurd. De verdachte heeft [betrokkene 4] uiteindelijk opgehaald in Amsterdam.
Voorts is er de verklaring van [getuige] die heeft verklaard dat verdachte en [medeverdachte 2] één keer per vier of vijf maanden mensen smokkelden (p. 460). Tevens bevindt zich in het dossier een tapgesprek tussen de verdachte en een persoon genaamd [medeverdachte 3], waaruit informatie naar voren komt over een ander, door de verdachte en anderen te organiseren, mensensmokkeltransport (p. 373-374). Bovendien is er onderzoek gedaan naar criminele geldstromen, verbonden aan de mensensmokkeltransporten binnen het (onderhavige) onderzoek ELKAWE, waaruit kan worden afgeleid dat de verdachte zich op actieve wijze bezig hield met de financiën van diverse transporten (p. 269-290 en 363-374), hetgeen ook steun vindt in diverse tapgesprekken.
Uit het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien volgt dat de verdachte deel heeft uitgemaakt van een internationaal opererende organisatie en dat hij daarmee een aandeel heeft gehad in het oogmerk van die organisatie, zijnde het organiseren van mensensmokkel-transporten. Deze organisatie werd gevormd door een gestructureerd en voldoende duurzaam samenwerkingsverband tussen twee of meer personen. De verdachte werkte daarbij samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] waarbij verschillende werkzaamheden zijn uitgevoerd. [medeverdachte 2] verrichtte handelingen in voornamelijk Italië, maar ook in Nederland, de verdachte en [medeverdachte 1] verrichtten handelingen in het bijzonder in Nederland. Daarbij kan [medeverdachte 2] als de organisator worden beschouwd, die onderhandelde over het geld in de zaak [betrokkene 4] en die het Bad Bentheim transport heeft georganiseerd. [medeverdachte 1] heeft een ondersteunende rol gehad, hij begeleidde in het bijzonder de illegale vreemdelingen. De rol van de verdachte is zowel organisatorisch als ondersteunend van aard geweest. Hij leverde een belangrijke bijdrage aan de organisatie van de transporten.
Gelet op het vorenoverwogene verwerpt het hof het verweer en acht het hof bewezen dat de verdachte heeft deelgenomen een aan criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht, die tot oogmerk had het plegen van mensensmokkeltransporten.
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is dat de verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die mede tot oogmerk had het plegen van witwassen.
Anders dan de rechtbank komt het hof tot een kortere pleegperiode van verdachtes deelname aan de criminele organisatie, nu het hof geen bewijs voorhanden heeft waaruit kan worden opgemaakt dat de verdachte reeds vanaf de “Zweedse zaak” waarvoor hij eerder veroordeeld is, deel heeft uitgemaakt van de evenbedoelde criminele organisatie.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 eerste cumulatief/alternatief en 4 eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde levert op:
mensensmokkel, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen, meermalen gepleegd.
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op: