ECLI:NL:GHDHA:2014:2888

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
10 juli 2014
Publicatiedatum
29 augustus 2014
Zaaknummer
22-002384-12
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor verdachte van mensenhandel en wederrechtelijke vrijheidsberoving

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 10 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1995, was in eerste aanleg vrijgesproken van de tenlasteleggingen van mensenhandel en wederrechtelijke vrijheidsberoving. De advocaat-generaal had in hoger beroep gevorderd dat het vonnis zou worden vernietigd en dat de verdachte voor het eerste feit zou worden vrijgesproken, terwijl voor het tweede feit een gevangenisstraf van drie maanden werd geëist.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd, maar heeft de verdachte van beide tenlastegelegde feiten vrijgesproken. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen van mensenhandel, waarbij de verdachte een persoon zou hebben geworven en uitgebuit in de prostitutie. De verklaringen van de benadeelde partij waren niet overtuigend genoeg en stonden haaks op de ontkenningen van de verdachte en getuigen die de benadeelde partij in vrijheid hadden waargenomen.

Wat betreft de wederrechtelijke vrijheidsberoving, concludeerde het hof dat de omstandigheden niet voldoende steun boden voor de beschuldiging dat de verdachte de benadeelde partij tegen haar wil in een kelderbox had vastgehouden. De verklaringen van de benadeelde partij waren niet geloofwaardig genoeg om tot een veroordeling te komen. Het hof heeft daarom de verdachte vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten, waarbij het vonnis van de rechtbank werd vernietigd en opnieuw recht werd gedaan.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002384-12
Parketnummer: 09-754010-12
Datum uitspraak: 10 juli 2014
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 27 april 2012 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1995,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 26 juni 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken en ter zake van het onder 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden, met aftrek van voorarrest.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte vrijgesproken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 oktober 2011 tot en met 12 oktober 2011 te Den Haag en/of Scheveningen en/of Dordrecht, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van uitbuitingeen persoon genaamd [benadeelde partij] door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door dreiging met geweld of één of meer feitelijkheden en/of door afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van voornoemde [benadeelde partij] (in de prostitutie)
en/of
die [benadeelde partij] heeft gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van voornoemde [benadeelde partij] (in de prostitutie), terwijl die [benadeelde partij] de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt
en/of
die [benadeelde partij] (telkens) met één van de voornoemde middelen heeft/hebben gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (in de prostitutie) en/of seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die [benadeelde partij] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (in de prostitutie) en/of seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling
en/of
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [benadeelde partij]
en/of
die [benadeelde partij] (telkens) met één van de voornoemde middelen heeft gedwongen en/of bewogen hem, verdachte,
en/of een of meer van zijn mededader(s)te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [benadeelde partij] met of voor een derde
immers heeft/is verdachte en/of hebben/zijn verdachtes mededader(s)
-die [benadeelde partij] opgesloten, althans ondergebracht, in een kelderbox zonder dat die [benadeelde partij] in het bezit was van de sleutel van deze kelderbox en/of
-die [benadeelde partij] (voortdurend) onder toezicht en/of controle gehouden en/of
-van die [benadeelde partij] foto's gemaakt ten behoeve van een of meer advertentie(s) voor (een) internetsite(s) en/of
-voor die [benadeelde partij] een of meer advertentie(s) opgesteld voor (een) internetsites en/of
-die [benadeelde partij] (telkens) naar een escortadres (over)gebracht en/of laten overbrengen en/of
-dreigende taal uitgesproken naar die [benadeelde partij] en/of
-die [benadeelde partij] gefouilleerd en/of
-die [benadeelde partij] gedwongen, althans bewogen, om (een groot deel van) de opbrengst uit de prostitutiewerkzaamheden af te staan en/of af te dragen;
2.
hij in of omstreeks 2 oktober 2011 tot en met
6oktober 2011 te Den Haag tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [benadeelde partij] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet die [benadeelde partij] opgesloten in een kelderbox.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen, nu de tenlastelegging in hoger beroep is gewijzigd en het hof een andere motivering aan zijn beslissing ten grondslag legt.
Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
Vrijspraak
Feit 1
Naar het oordeel van het hof is – overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal en het standpunt van de raadsvrouw - niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Feit 2
Op basis van de zich in het dossier bevindende stukken en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep is naar ’s hofs oordeel genoegzaam komen vast te staan dat aangeefster [benadeelde partij] in de ten laste gelegde periode in een kelderbox, gelegen aan de [adres] te ‘s-Gravenhage, heeft verbleven. Voorts kan worden vastgesteld dat het de verdachte is geweest die de kelderbox aan [benadeelde partij] ter beschikking heeft gesteld. Tevens kan worden vastgesteld dat de verdachte, alsmede de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2], bij [benadeelde partij] langs zijn geweest, nadat [benadeelde partij] haar intrek in die kelderbox had genomen.
Het hof ziet zich voor de vraag gesteld of het verblijf van aangeefster in de kelderbox vrijwillig was of dat zij daar (op enig moment) door de verdachte en/of zijn mededader(s) tegen haar wil is vastgehouden en aldus wederrechtelijk van haar vrijheid is beroofd.
De betrouwbaarheid van de verklaringen van [benadeelde partij] daargelaten, overweegt het hof dat de wederrechtelijkheid van het verblijf van [benadeelde partij] in de kelderbox uitsluitend kan worden gebaseerd op die verklaringen. Haar verklaringen staan haaks op de stellige ontkenningen van de verdachte en zijn medeverdachten, alsmede op de verklaringen van getuigen die [benadeelde partij] in de ten laste gelegde periode in klaarblijkelijke vrijheid buiten de muren van de kelderbox hebben waargenomen. Nu de overige zich in het dossier bevindende stukken onvoldoende steun kunnen bieden aan het verwijt dat de verdachte – al dan niet tezamen en in vereniging met een of meer anderen - [benadeelde partij] wederrechtelijk van haar vrijheid heeft beroofd in de kelderbox, kan naar ’s hofs oordeel niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat hij het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan. Het hof zal de verdachte derhalve ook van het onder 2 ten laste gelegde vrijspreken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan en
spreektde verdachte daarvan
vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. W.J. van Boven, mr. H.J.M. Smid-Verhage en mr. A.S.I. van Delden, in bijzijn van de griffier mr. R.W. van Zanten.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 10 juli 2014.