Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 11 november 2014
[appellante],
DE GEMEENTE PAPENDRECHT,
Het geding
Verdere beoordeling
Beslissing
in zoverre opnieuw rechtdoende,
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 11 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van schenkingsvoorwaarden van een kunstcollectie die door [de kunstverzamelaar] aan de gemeente Papendrecht was geschonken. De principaal appellante, [appellante], had in een eerder tussenarrest op 20 mei 2014 de mogelijkheid gekregen om bewijs te leveren door het horen van getuigen, maar heeft uiteindelijk afgezien van deze mogelijkheid. Het hof heeft vervolgens de zaak verder beoordeeld op basis van de ingediende stukken.
Het hof oordeelde dat [appellante] niet heeft aangetoond dat de gemeente tekortgeschoten is in de nakoming van de schenkingsovereenkomsten. De tekortkomingen, indien aanwezig, waren van zodanige aard dat deze de ontbinding van de overeenkomsten niet rechtvaardigden. Het hof wees het verzoek van [appellante] om de rechtbank te verzoeken om niet of onvoldoende behandelde stellingen opnieuw te beoordelen af, omdat de devolutieve werking van het hoger beroep niet bedoeld is voor een dergelijke zoektocht naar onbesproken stellingen.
Daarnaast heeft het hof de argumenten van [appellante] over de wijziging van de schenkingsvoorwaarden beoordeeld. Het hof concludeerde dat de gemeente, gezien de gewijzigde omstandigheden en de beschikbaarheid van een nieuw depot in Dordrecht, niet onredelijk handelde door de collectie daarheen over te brengen. Het hof heeft de schenkingsvoorwaarden gewijzigd, zodat de collectie in Dordrecht kan worden opgeslagen, maar blijft onder de verplichting van de gemeente om de collectie zichtbaar en levend te houden voor de Papendrechtse gemeenschap. De beslissing van de rechtbank werd gedeeltelijk vernietigd en de schenkingsaktes werden aangepast. [appellante] werd in de proceskosten veroordeeld, aangezien zij in overwegende mate in het ongelijk was gesteld.