2 subsidiair:
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 27 november 2012 te Delft, althans in Nederland,
(lid 3 sub 1)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(lid 1 sub 2)
[benadeelde partij 8] te werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen geworven, met het oogmerk van uitbuiting van die [benadeelde partij 8],
immers heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s)
- ( gedwongen) seks met [benadeelde partij 8] gehad en/of
- een relatie aangegaan met die [benadeelde partij 8] en/of
- met die [benadeelde partij 8] besproken dat zij voor verdachte en/of zijn mededader(s) in de prostitutie zou(den) kunnen gaan werken en/of
- met zijn mededaders besproken hoe verdachte en/of zijn mededader(s) voornoemde [benadeelde partij 8] de prostitutie in zouden krijgen en/of
- die [benadeelde partij 8] cadeaus gegeven en/of hotelovernachtingen betaald en/of andere goederen betaald en/of
- naar de huurprijs van een kamer/raam geïnformeerd terwijl deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt;
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 27 november 2012 te Delft, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om
(lid 3 sub 1)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(lid 1 sub 2) [benadeelde partij 8] te werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen geworven, met het oogmerk van uitbuiting van die [benadeelde partij 8],
immers heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s)
- ( gedwongen) seks met [benadeelde partij 8] gehad en/of
- een relatie aangegaan met die [benadeelde partij 8] en/of
- met die [benadeelde partij 8] besproken dat zij voor verdachte en/of zijn mededader(s) in de prostitutie zou(den) kunnen gaan werken en/of
- met zijn mededaders besproken hoe verdachte en/of zijn mededader(s) voornoemde [benadeelde partij 8] de prostitutie in zouden krijgen en/of
- die [benadeelde partij 8] cadeaus gegeven en/of hotelovernachtingen betaald en/of andere goederen betaald en/of
- naar de huurprijs van een kamer/raam geïnformeerd terwijl deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt en terwijl de uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
9:
hij op of omstreeks 11 augustus 2012 te Rijswijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 9] heeft bewogen tot de afgifte van (een) mobiele telefoon(s), in elk geval van enig goed, en/of tot het verlenen van een dienst en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens en/of tot het aangaan van een schuld (te weten: het afsluiten van één of meer telefoonabonnementen) en/of tot het teniet doen van een inschuld, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid tegen die [benadeelde partij 9] gezegd dat hij (gratis) goederen zou krijgen als hij één of meer telefoonabonnementen zou afsluiten, waardoor [benadeelde partij 9] (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of tot het aangaan van een schuld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Ten aanzien van [benadeelde partij 7]
Het hof is met de verdediging van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van [benadeelde partij 7], zoals onder 1 ten laste is gelegd. Het hof zal de verdachte hiervan vrijspreken.
Ten aanzien van [benadeelde partij 6]
Nu het hof heden de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft vrijgesproken ter zake van mensenhandel van [benadeelde partij 6], en naar het oordeel van het hof evenmin wettig en overtuigend is bewezen dat sprake is van “(een) andere mededader(s)”, zal het hof de verdachte voorts, zij het partieel, vrijspreken van de strafverzwarende omstandigheid van het
medeplegenvan mensenhandel ten aanzien van [benadeelde partij 6].
Naar het oordeel van het hof – en overeenkomstig het pleidooi van de raadsman en de vordering van de advocaat-generaal – is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 primair eerste en tweede cumulatief/alternatief en 2 subsidiair eerste en tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde heeft begaan, zodat het hof de verdachte integraal zal vrijspreken van hetgeen hem onder 2 ten laste is gelegd.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 eerste cumulatief/alternatief en 9 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij
(op meerdere tijdstippen)in
of omstreeksde periode van 1 januari 2011 tot en met 27 november 2012 te Delft, in elk geval in Nederland,
(lid 3 sub 1)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(lid 1 sub 4)
[benadeelde partij 6]
en/of [benadeelde partij 7] (telkens
)met
één ofmeerdere van de onder 1° van artikel 273f lid 1 Sr genoemde middelen, te weten
dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/ofdoor
dreiging met geweld en/ofandere feitelijkheden, misleiding, misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en
/ofmisbruik van een kwetsbare positie heeft
gedwongen en/ofbewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van
arbeid en/ofdiensten
dan wel onder de voornoemde omstandigheden, enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij/zij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [benadeelde partij 6] en/of [benadeelde partij 7] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
immers heeft
/hebben en/of is/zijnverdachte
en/of zijn, verdachtes, mededader(s) (één of meermalen)
-
(gedwongen)seks met die [benadeelde partij 6]
en/of [benadeelde partij 7]gehad en
/of
- een (liefdes)relatie aangegaan met die [benadeelde partij 6]
en/of [benadeelde partij 7]en
/of
- met die [benadeelde partij 6]
en/of [benadeelde partij 7]besproken dat zij voor verdachte
en/of zijn mededader(s)in de prostitutie zou
(den)kunnen gaan werken en
/ofonder welke voorwaarden dit zou gebeuren en
/of
-
met zijn mededadersbesproken hoe verdachte
en/of zijn mededader(s) voornoemde[benadeelde partij 6]
en/of [benadeelde partij 7]de prostitutie in zou
denkrijgen en
/of
- die [benadeelde partij 6] en/of [benadeelde partij 7] cadeaus gegeven en/of hotelovernachtingen betaald en/of andere goederen betaald en/of
- veelvuldig contact opgenomen met die [benadeelde partij 6]
en/of [benadeelde partij 7]en
/of
- die [benadeelde partij 6]
en/of [benadeelde partij 7]in contact gebracht met een potentiële klant en
/of
- die [benadeelde partij 6]
en/of [benadeelde partij 7]gevraagd om foto's van zichzelf aan verdachte
en/of zijn mededaderste geven zodat die foto's bij seksadvertenties konden worden geplaatst;
en/of
- die [benadeelde partij 6] en/of [benadeelde partij 7] (met een vuurwapen) gedreigd om voor hem, verdachte en/of zijn mededaders in de prostitutie te gaan werken en/of
- naar de huurprijs van een kamer/raam geïnformeerd;
9:
hij op
of omstreeks11 augustus 2012 te Rijswijk
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens)door
het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of dooreen samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 9] heeft bewogen tot de afgifte van
(een)mobiele telefoon
(s
), in elk geval van enig goed, en/of tot het verlenen van een dienst en/of tot het ter beschikking stellen van gegevensen
/oftot het aangaan van een schuld (te weten: het afsluiten van
één of meertelefoonabonnementen)
en/of tot het teniet doen van een inschuld, hebbende verdachte
en/of zijn mededader(s)toen aldaar
(telkens
)met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk
valselijk en/of listiglijken
/ofbedrieglijk en
/ofin strijd met de waarheid tegen die [benadeelde partij 9] gezegd dat hij
(gratis
)goederen zou krijgen als hij één of meer telefoonabonnementen zou afsluiten, waardoor [benadeelde partij 9]
(telkens)werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en
/oftot het aangaan van een schuld.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van mensenhandel ten aanzien van [benadeelde partij 6] wegens het ontbreken van bewijs op de intentie, de afhankelijkheid en het bewegen van die [benadeelde partij 6] tot prostitutie. Voorts heeft de raadsman bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 9, nu niet kan worden bewezen dat de verdachte Hu heeft opgelicht, omdat Hu wist wat hij deed samen met de verdachte. Hu wist dat er betaalverplichtingen aan het sluiten van het contract verbonden waren. Hij heeft de telefoonabonnementen afgesloten om er snel geld mee te verdienen, één en ander overeenkomstig de inhoud van de overgelegde pleitaantekeningen.
Het hof overweegt dat ten aanzien van deze bewijsverweren van de raadsman dat de weerlegging daarvan in de gebezigde bewijsmiddelen besloten ligt.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde levert op:
Het onder 9 bewezen verklaarde levert op:
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft – in afwijking op zijn schriftelijke vordering - gevorderd dat het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake het onder 2 ten laste gelegde wordt vrijgesproken en ter zake het onder 1, 3, 4, 5 en 9 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met als bijzondere voorwaarden reclasseringscontact en behandeling zoals bepaald door de rechtbank.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel van [benadeelde partij 6]. Door aldus te handelen heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een ernstig strafbaar feit waarbij hij, met miskenning van de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer, zijn eigen financieel gewin op de voorgrond heeft gesteld. De ervaring leert dat slachtoffers van dergelijke feiten nog gedurende lange tijd de psychische en emotionele schade kunnen ondervinden. Voorts heeft de verdachte zich op bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan oplichting. Met zijn handelen heeft de verdachte het vertrouwen dat het slachtoffer in hem had beschaamd en heeft hij hem financiële schade berokkend. Het hof rekent het de verdachte aan dat hij kennelijk alleen uit eigen winstbejag tot zijn daad is gekomen.
Het hof houdt in het voordeel van de verdachte rekening met diens relatief jonge leeftijd.
Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 14 oktober 2014, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor verschillende vermogensdelicten en geweldsfeiten. Die veroordelingen hebben hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Voor wat betreft de persoon van de verdachte heeft het hof acht geslagen op de inhoud van het reclasseringsadvies d.d. 30 januari 2013 en het voortgangsverslag van de reclassering d.d. 17 januari 2014. Uit het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep leidt het hof af dat de verdachte thans op actieve wijze doende is zijn leven een wending ten goede te geven.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt. Het hof acht het in het kader van de speciale preventie noodzakelijk om ook een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen teneinde de verdachte binnen de proeftijd het verwerpelijke van zijn handelen in te scherpen. Aan deze proeftijd zal tevens verplicht reclasseringscontact en een behandeling worden verbonden. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep erkend dat hij hier baat bij heeft en hier niet onwelwillend tegenover staat. Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten kan, ook nu de verdachte partieel wordt vrijgesproken van feit 1 en integraal van feit 2, naar ’s hofs oordeel niet worden volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest en een taakstraf conform het voorstel van de raadsman van de verdachte.
Strafbepaling ex artikel 423, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering
Zoals hiervoor onder het onderdeel ‘Omvang van het hoger beroep’ reeds is overwogen omvat het hoger beroep uitsluitend de veroordelingen ter zake van de feiten 1, 2 en 9.
Het voorgaande brengt mee, dat het hof – nu in eerste aanleg ter zake van de onder 1, 2, 3, 4, 5, en 9 bewezen verklaarde feiten één hoofdstraf is uitgesproken – op grond van artikel 423, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering alsnog een hoofdstraf voor het in eerste aanleg onder 3, 4 en 5 ten laste gelegde zal bepalen.
Het onder 3 bewezen verklaarde feit is gekwalificeerd als diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels. De onder 4 en 5 bewezenverklaarde feiten zijn gekwalificeerd als respectievelijk poging tot oplichting en oplichting.
Gelet op de aard en ernst van deze feiten, alsmede gelet op voornoemd de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie en de daaruit voortvloeiende recidive ter zake van vermogensdelicten, zal het hof ten aanzien van deze feiten de op te leggen straf bepalen op een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden.
Vorderingen tot schadevergoeding
De benadeelde partijen (feit 3) en (feit 4 en 5) hebben zich in hoger beroep opnieuw gevoegd en hun eerder ingediende vorderingen tot schadevergoeding gehandhaafd.
Nu deze vorderingen zien op de feiten 3, 4 en 5 zijn deze vorderingen - gelet op hetgeen is overwogen onder het onderdeel ‘Omvang van het hoger beroep’ - niet meer aan het oordeel van het hof onderworpen en zal diengaande de beslissing van de rechtbank in stand blijven. Het hof komt om die reden ook niet toe aan de vordering van de advocaat-generaal om ten aanzien van de vordering schadevergoedingsmaatregel op te leggen. Evenmin komt het hof toe aan het tegenvoorstel van de raadsman om, subsidiair, in plaats van de schadevergoedingsmaatregel de betaling van de schadevergoeding als bijzondere voorwaarde op te leggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 63, 273f en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep ten aanzien van de feiten 3, 4 en 5.
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 eerste cumulatief/alternatief ten aanzien van [benadeelde partij 7], het onder 2 primair eerste en tweede cumulatief/alternatief en het 2 subsidiair eerste en tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 eerste cumulatief/alternatief ten aanzien van [benadeelde partij 6] en 9 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 eerste cumulatief/alternatief en 9 bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als
bijzondere voorwaarden:
- dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd bij het Leger des Heils (Abraham van Stolkweg 140) te Rotterdam zal melden, zolang en zo frequent als de reclassering dit noodzakelijk acht;
- dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van het Forensische Poli Het Dok op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen,
waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bepaalt de door de rechtbank opgelegde straf voor het onder 3, 4 en 5 bewezen verklaarde op een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Dit arrest is gewezen door mr. W.J. van Boven, mr. M.I. Veldt-Foglia en mr. A.S.I. van Delden, in bijzijn van de griffier mr. R.W. van Zanten.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 13 november 2014.
Mr. A.S.I. van Delden is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.