ECLI:NL:GHDHA:2015:1463
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- E.J. van Sandick
- T.G. Lautenbach
- C.G. Beyer-Lazonder
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van provisie voor bemiddeling bij het sluiten van een langlopende huurovereenkomst
In deze zaak gaat het om een vordering van [appellante] tegen [geïntimeerde] voor betaling van een provisie van € 80.000,00, exclusief BTW, die verschuldigd zou zijn voor de bemiddeling bij het sluiten van een langlopende huurovereenkomst voor seniorenwoningen in Unna, Duitsland. De achtergrond van de zaak is dat [geïntimeerde] in 2011 een opdracht heeft gegeven aan [appellante] om een huurcontract te realiseren, na het faillissement van de vorige huurder. De overeenkomst tussen partijen werd vastgelegd in e-mailcorrespondentie, waarin ook een maandelijkse vergoeding van € 2.000,00 werd afgesproken, vermeerderd met de provisie bij het sluiten van de huurovereenkomst.
De rechtbank had in eerste aanleg de vorderingen van [appellante] afgewezen, met de overweging dat de provisie pas verschuldigd zou zijn na een bijdrage van [appellante] aan de totstandkoming van de huurovereenkomst. In hoger beroep heeft het hof echter geoordeeld dat [appellante] recht heeft op de provisie, omdat uit de e-mailwisseling blijkt dat partijen zijn overeengekomen dat de provisie verschuldigd zou zijn bij het realiseren van de huurovereenkomst, ongeacht of de huurder uit het netwerk van [appellante] kwam of niet. Het hof heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst uiteindelijk tot stand is gekomen, en dat [appellante] voldoende inspanningen heeft geleverd om dit te realiseren.
Het hof heeft het bestreden vonnis vernietigd en [geïntimeerde] veroordeeld tot betaling van de provisie, vermeerderd met wettelijke rente, en tot terugbetaling van eerder betaalde bedragen. Tevens is [geïntimeerde] veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep. Het hof heeft de uitvoerbaarheid bij voorraad van het arrest verklaard, ondanks het verzet van [geïntimeerde].