Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 19 februari 2015
[appellant]
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
geenverzoekschrift tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling heeft ingediend of indien het faillissement is uitgesproken op eigen aangifte van de schuldenaar. In onderhavig geval doet geen van de in lid 1 genoemde situaties zich voor. Immers, [appellant] heeft juist
weleen verzoek als bedoeld in artikel 3, eerste lid Fw tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling ingediend. [appellant] is in dit verzoek door de rechtbank Rotterdam bij vonnis van 18 december 2012 niet-ontvankelijk verklaard. Ingevolge het arrest van de Hoge Raad van 29 januari 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BK4947) is het oordeel van de rechtbank dat de verzoeker niet-ontvankelijk is, aan te merken als een afwijzing van het verzoek, waartegen op grond van artikel 292 lid 3 Fw hoger beroep openstaat. [appellant] heeft echter indertijd geen hoger beroep tegen het vonnis van 18 december 2012 ingesteld. [appellant] is vervolgens eveneens op 18 december 2012 door voornoemde rechtbank in staat faillissement verklaard.