Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
1.FE Powertools B.V.,
1.Het verloop van het geding
2.Beoordeling van het hoger beroep
het concurrentiebeding met betrekking tot [geïntimeerde 4] wordt opgeheven,
de aangifte tegen [geïntimeerde 4] , [geïntimeerde 3] en [geïntimeerde 2] zal worden ingetrokken,
het tussen partijen in kortgeding gewezen vonnis zal worden nageleefd,
met betrekking tot de gevolgen van de arbeidsongeschiktheid zullen partijen in onderling overleg afspraken maken,
de proceskosten zullen worden gecompenseerd.
onrechtmatige concurrentiestelt de rechtbank voorop dat het [geïntimeerde 2 c.s.] in beginsel vrij stond een nieuwe onderneming op te zetten en daarmee in concurrentie te treden met Euroboor, behoudens bijkomende omstandigheden. De omstandigheid dat FE Powertools c.s. bij de benadering van nieuwe klanten – mogelijk – gebruik hebben gemaakt van adresgegevens die heimelijk van de harde schijf van Euroboor zijn gehaald, acht de rechtbank niet relevant, omdat dit laatste heeft plaatsgevonden vóór 25 november 2009.
slaafse nabootsingheeft de rechtbank overwogen dat ter zitting de Euroboor en FE Powertools huismerk boormachines zijn getoond en dat is vastgesteld dat zij grotendeels identiek zijn en zich slechts onderscheiden door kleurgebruik en aangebrachte tekens en merken. Dat de huismerkmachines van FE Powertools qua constructie en daarmee uiterlijke vorm identiek zijn aan de machines van Euroboor, brengt niet mee dat FE Powertools onrechtmatig jegens Euroboor handelt, omdat Euroboor geen rechthebbende is met betrekking tot deze constructie: dat zijn BDS en/of Promotech. Euroboor heeft weliswaar aannemelijk gemaakt dat zij – door het aanbrengen van haar kleuren, tekens en merken – met de boormachines een eigen positie heeft veroverd, maar deze kleuren, tekens en merken worden nu juist niet door FE Powertools toegepast.
geheimhoudingsverplichtingin de SAR-regeling overweegt de rechtbank dat de SAR-regeling op zichzelf niet is komen te vervallen als gevolg van de schikking. Voor de vraag of [geïntimeerde 2] de SAR-regeling heeft overtreden neemt de rechtbank alleen de gedragingen van [geïntimeerde 2] in aanmerking die na 25 november 2009 hebben plaatsgevonden, dat wil zeggen de e-mails van 1 december 2009 en 30 juli 2010. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze uitlatingen niet in strijd zijn met de geheimhoudingsverplichting.
uitlatingen van Euroboorover [geïntimeerde 2 c.s.] heeft de rechtbank overwogen dat in de kortgedingprocedure die is geëindigd met het vonnis van 12 november 2009, slechts is komen vast te staan dat het ontslag op staande voet een te zwaar middel was, maar niet dat dat de verdenking van fraude ongegrond was. Dit is ook later niet gebleken. Gelet hierop zijn de uitlatingen van Euroboor niet onrechtmatig jegens [geïntimeerde 2 c.s.]
grieven II tot en met V in principaal appelzien op de stelling van Euroboor dat sprake is van onrechtmatige concurrentie van de zijde van FE Powertools c.s.. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
uitsluitendde klanten van Euroboor heeft benaderd. Om het handelen van FE Powertools als onrechtmatig te kunnen kwalificeren is ook noodzakelijk dat gebruik is gemaakt van vertrouwelijke informatie of specialistische kennis. Euroboor stelt in dit verband dat FE Powertools c.s. gebruik hebben gemaakt van onrechtmatig verkregen (vertrouwelijke) bedrijfs- en adresgegeven van klanten van Euroboor. Het hof is echter van oordeel dit niet is komen vast te staan. Nu FE Powertools c.s. gemotiveerd hebben bestreden dat zij gebruik hebben gemaakt van klantgegevens die door [geïntimeerde 2 c.s.] zijn gekopieerd, en op grond van de overgelegde stukken niet kan worden vastgesteld dat hiervan sprake is geweest, is het hof van oordeel dat deze stelling van Euroboor niet is komen vast te staan. Euroboor heeft op dit punt ook geen bewijs aangeboden.
grief VII in principaal appelbetoogt Euroboor dat zij in de inleidende dagvaarding (onder nr. 7) voorbeelden heeft gegeven van overtreding van het geheimhoudingsbeding en dat deze overtredingen niet onder de schikking van 25 november 2009 vallen. De schending van het geheimhoudingsbeding is immers van wezenlijk andere aard dan de fraude en diefstal waar het in de ontslagprocedures om ging.
Grief VIII in principaal appelstrekt ten betoge dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de e-mail van 1 december 2009 niet in strijd is met het geheimhoudingsbeding.
grieven 1 tot en met 6 in incidenteel appelzijn gericht tegen de afwijzing reconventionele vordering van FE Powertools c.s. Zij lenen zich voor gezamenlijke behandeling.