ECLI:NL:GHDHA:2015:404
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over de Wet verhuurderheffing en staatssteun
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door Metterwoon Holding B.V. en andere appellanten tegen De Staat der Nederlanden. De appellanten hebben bezwaar tegen de Wet verhuurderheffing, die sinds 2013 van kracht is en die verhuurders van meer dan 10 woningen in de gereguleerde sector verplicht om een heffing te betalen. De heffing is gebaseerd op de WOZ-waarde van de verhuurde woningen en is in 2014 verhoogd. De appellanten stellen dat deze wet in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en dat er sprake is van verboden staatssteun. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de appellanten afgewezen en hen niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen met betrekking tot de verhuurderheffing, omdat er een rechtsgang openstaat bij de belastingrechter. Het hof bevestigt deze beslissing en oordeelt dat de appellanten onvoldoende feiten hebben aangedragen om aan te tonen dat de verhuurderheffing onrechtmatig is of dat er sprake is van staatssteun. Het hof concludeert dat de appellanten hun vorderingen niet kunnen onderbouwen en dat de rechtsgang bij de belastingrechter moet worden afgewacht. De uitspraak van de voorzieningenrechter wordt bekrachtigd en de appellanten worden veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.