ECLI:NL:GHDHA:2016:1064
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- J.A. van Kempen
- P.B. Kamminga
- N. van Wijk
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voorlopig getuigenverhoor in civiele zaak over lening of schenking
In deze zaak heeft de vrouw op 24 december 2015 een verzoekschrift ingediend voor een voorlopig getuigenverhoor in een hoger beroep tegen de man. De man had eerder een vordering van de vrouw tot terugbetaling van een geldlening betwist, stellende dat het om een schenking ging. De vrouw, die ernstig ziek is, verzoekt om haar verklaring onder ede af te leggen voordat zij mogelijk niet meer in staat is om te getuigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 maart 2016 heeft de advocaat van de man aangegeven geen verweer te voeren tegen het verzoek van de vrouw. Het hof heeft op basis van artikel 186 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geoordeeld dat het verzoek van de vrouw toewijsbaar is, gezien de omstandigheden van de zaak en de gezondheid van de vrouw. Het hof heeft mr. P.B. Kamminga benoemd tot raadsheer-commissaris en zal het voorlopig getuigenverhoor laten plaatsvinden op een nader te bepalen datum en locatie. Partijen dienen uiterlijk vier weken na de beschikking opgave te doen van hun verhinderdata en de namen van de getuigen.