ECLI:NL:GHDHA:2016:1065
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- E.A. Mink
- C. van Nievelt
- P.B. Kamminga
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake legitieme portie en onrechtmatig handelen van de executeur
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat [broer een] heeft ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag, waarin de rechtbank oordeelde over de legitieme portie van [broer twee] uit de nalatenschap van hun overleden ouders. [broer een] was als executeur aangesteld en had de nalatenschap verdeeld, maar had de legitieme portie van [broer twee] niet uitgekeerd. De rechtbank oordeelde dat [broer twee] zijn legitieme deel had opgeëist en dat er geen sprake was van afstand van recht of rechtsverwerking. [broer een] vorderde in hoger beroep schorsing van de uitvoerbaarheid van het vonnis, maar het hof wees deze vordering af. Het hof overwoog dat [broer een] niet had aangetoond dat de belangen bij schorsing groter waren dan die van [broer twee] om het vonnis te executeren. Het hof concludeerde dat [broer een] onrechtmatig had gehandeld door de legitieme portie niet uit te betalen en veroordeelde hem tot schadevergoeding aan [broer twee]. De zaak werd voor de hoofdzaak naar de rol van 24 mei 2016 verwezen voor de memorie van grieven aan de zijde van [broer een].