ECLI:NL:GHDHA:2016:133
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- I. Obbink-Reijngoud
- C. van Nievelt
- E.C. Punselie
- Rechtspraak.nl
Bepaling definitieve kinderalimentatie na prejudiciële vragen Hoge Raad
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 13 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de definitieve kinderalimentatie. De zaak betreft een verzoek van de vrouw, die als verzoekster en incidenteel verweerster optreedt, tegen de man, die als verweerder en incidenteel verzoeker in hoger beroep is aangemerkt. De vrouw wordt vertegenwoordigd door advocaat mr. R.F. Nelisse, terwijl de man wordt bijgestaan door mr. M. Huisman. De uitspraak volgt op een eerdere beschikking van het hof van 26 augustus 2015, waarin voorlopige alimentatiebedragen waren vastgesteld in afwachting van een prejudiciële beslissing van de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft op 9 oktober 2015 geoordeeld dat bij de bepaling van de onderhoudsbijdrage rekening moet worden gehouden met het kindgebonden budget. Het hof heeft vervolgens de behoefte van de minderjarige vastgesteld op € 353,- per maand, met ingang van 1 januari 2015. De man is in staat om deze bijdrage volledig te betalen. Het hof heeft de kosten van het geding in hoger beroep gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.