ECLI:NL:GHDHA:2016:2735
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- L.F.A. Husson
- J.M. van Baardewijk
- N.P.C. van Wijk
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van het ouderlijk gezag van ouders over minderjarigen na langdurige problematiek en uithuisplaatsing
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 7 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de ouders over hun minderjarige kinderen. De ouders, hierna aangeduid als de vader en de moeder, waren gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over de minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De minderjarigen waren sinds hun uithuisplaatsing in 2013 en 2015 onder toezicht gesteld en verbleven in een pleeggezin. De ouders waren in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Rotterdam, waarin hun gezag was beëindigd.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om de zorg voor de minderjarigen op zich te nemen, ondanks hun inspanningen om hun persoonlijke en relatieproblemen aan te pakken. De raad voor de kinderbescherming heeft zich verzet tegen de verzoeken van de ouders en heeft gesteld dat de aanvaardbare termijn voor de ouders om hun verantwoordelijkheden te hernemen, is verstreken. Het hof heeft de argumenten van de ouders, waaronder hun stelling dat zij in staat zijn om binnen een aanvaardbare termijn voor de minderjarigen te zorgen, overwogen, maar heeft geconcludeerd dat de ouders niet in staat zijn om de opvoeding van de kinderen op zich te nemen.
De beslissing van het hof is gebaseerd op de lange geschiedenis van hulpverlening en de ernst van de problemen van de ouders, die hebben geleid tot een onveilige situatie voor de minderjarigen. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de minderjarigen voorop staat. De ouders hebben weliswaar aangegeven dat zij de uithuisplaatsing accepteren, maar het hof heeft geoordeeld dat het beëindigen van het gezag noodzakelijk is om de stabiliteit en continuïteit in het leven van de minderjarigen te waarborgen. De ouders blijven betrokken bij de minderjarigen, maar hun gezag is beëindigd om verdere onrust en onzekerheid te voorkomen.