Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
.
PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
12 oktober 2016.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 12 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De moeder van de minderjarige heeft in hoger beroep beroep aangetekend tegen een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Rotterdam, die op 14 juni 2016 een machtiging tot uithuisplaatsing had verleend. De moeder verzocht het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en de minderjarige bij de grootmoeder te plaatsen, omdat zij van mening is dat de grootmoeder een veilige en stabiele opvoedingsomgeving kan bieden. Het hof heeft echter geoordeeld dat het zich niet bevoegd acht om te beslissen over de plaats van tenuitvoerlegging van de uithuisplaatsing, aangezien deze keuze voorbehouden is aan de instantie die de machtiging verleent, in dit geval de gecertificeerde instelling. Het hof heeft de machtiging tot uithuisplaatsing bekrachtigd, omdat de noodzaak van de uithuisplaatsing niet door de moeder werd betwist. Het hof heeft ook overwogen dat er geen bewijs is dat de grootmoeder geschikt is als pleegouder, gezien de zorgen over haar fysieke en emotionele draagkracht. De beslissing van het hof is om de bestreden beschikking te bekrachtigen en het verzoek van de moeder af te wijzen.