ECLI:NL:GHDHA:2016:3438
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- P.B. Kamminga
- J.A. van Kempen
- A.H.N. Stollenwerck
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake legitieme portie in nalatenschap met betrekking tot geschil tussen broers
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, betreft het een hoger beroep inzake de legitieme portie van [broer twee] in de nalatenschap van de vader van partijen. Het hof verwijst naar een eerder arrest van 31 mei 2016, waarin een comparitie van partijen na aanbrengen was gelast. Deze comparitie vond plaats op 7 juli 2016 onder leiding van raadsheer-commissaris mr. P.B. Kamminga. Tijdens deze zitting hebben partijen het hof verzocht om in lijn met het ter comparitie besprokene arrest te wijzen. Het hof heeft de zaak vervolgens op 13 september 2016 behandeld.
De rechtbank had in het bestreden vonnis de omvang van de legitieme portie van [broer twee] vastgesteld, waarbij een bedrag van € 47.000,- was betrokken dat door [broer een] was opgenomen van de bankrekening van de vader. [broer een] erkende aanwezig te zijn geweest bij deze opnames, maar de rechtbank vond de bestemming van het geld onduidelijk. Het hof heeft de bezwaren van [broer een] tegen het vonnis besproken en gewezen op de risico's van verdere procedurele stappen, mede gezien het beperkte financiële belang van de zaak.
Uiteindelijk heeft het hof besloten het bestreden vonnis te vernietigen en de legitieme portie van [broer twee] vast te stellen op € 12.000,-. Tevens heeft het hof de proceskosten gecompenseerd, gezien de familieverhouding tussen de partijen. Het arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 13 september 2016.