ECLI:NL:GHDHA:2016:3581

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
2 december 2016
Publicatiedatum
2 december 2016
Zaaknummer
22-000657-16
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overval op pizzakoerier met bedreiging en geweld

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 2 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1994, was beschuldigd van een overval op een pizzakoerier op 28 september 2015 te 's-Gravenhage. De tenlastelegging omvatte zowel diefstal met geweld als bedreiging met geweld. In eerste aanleg was de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging van bedreiging met geweld, maar veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering.

In hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen, die vroeg om vernietiging van het vonnis en veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 240 uren en een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden geacht van de bedreiging met geweld, en heeft hem daarvan vrijgesproken. Echter, het hof heeft wel bewezen verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld, en heeft hem daarvoor veroordeeld tot een gevangenisstraf van 245 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.

Daarnaast heeft het hof de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding toegewezen, waarbij de verdachte aansprakelijk is gesteld voor zowel materiële als immateriële schade. Het hof heeft bepaald dat de verdachte een bedrag van € 1.392,35 moet betalen aan de benadeelde partij, vermeerderd met wettelijke rente. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de gevolgen voor het slachtoffer, en legt bijzondere voorwaarden op aan de verdachte in het kader van zijn reclassering.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000657-16
Parketnummer: 09-808595-15
Datum uitspraak: 2 december 2016
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 4 februari 2016 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1994,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 18 november 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte van het onder A cumulatief/alternatief ten laste gelegde zal worden vrijgesproken, alsmede ter zake van het onder B cumulatief/alternatief ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis met aftrek van voorarrest, in combinatie met een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk,
met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarden - kort gezegd - een meldplicht bij de reclassering en medewerking aan afspraken met Stichting Mooi (algemeen maatschappelijk werk).
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder A cumulatief/alternatief ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder B cumulatief/alternatief ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarden - kort gezegd - een meldplicht bij de reclassering en medewerking aan afspraken met Stichting Mooi (algemeen maatschappelijk werk). Voorts is beslist op de vordering van de benadeelde partij, zoals omschreven in het vonnis waarvan beroep. Tevens heeft de rechtbank de verbeurdverklaring uitgesproken van een geldbedrag, als in het vonnis vermeld.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 28 september 2015 te 's-Gravenhage, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
A. met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag (van ongeveer 140 euro), in elk geval van enig geldbedrag en/of enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij] en/of [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
en/of
B. met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag (van ongeveer 140 euro), in elk geval enig geldbedrag en/of enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij] en/of [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [benadeelde partij], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat:
- verdachte en/of zijn mededader(s) die [benadeelde partij] fysiek hebben ingesloten door ieder aan een andere zijde van die [benadeelde partij] te gaan staan en/of dichtbij die [benadeelde partij] zijn gaan staan en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) aan die [benadeelde partij] (dreigend) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp heeft/hebben getoond en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) (met) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp tegen/in de zij, althans in het lichaam heeft/ hebben geprikt en/of tegen het lichaam van die [benadeelde partij] heeft/hebben gehouden en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) (meermalen) tegen die [benadeelde partij] heeft/hebben gezegd en/of geschreeuwd: "Waar is je portemonnee?", althans woorden van soortgelijke aard of strekking.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is, overeenkomstig het vonnis in eerste aanleg, niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder A cumulatief/alternatief is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan – overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal – behoort te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder B cumulatief/alternatief ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks28 september 2015 te 's-Gravenhage,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
B.
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag (van ongeveer 140 euro),
in elk geval enig geldbedrag en/of enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan
[benadeelde partij] en/of[bedrijf],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen voornoemde [benadeelde partij], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en)dat:
- verdachte en
/ofzijn mededader
(s)die [benadeelde partij] fysiek hebben ingesloten door ieder aan een
anderezijde van die [benadeelde partij] te gaan staan
en/of dichtbij die [benadeelde partij] zijn gaan staanen
/of
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s)aan die [benadeelde partij] (dreigend) een mes
, althans een scherp en/of puntig voorwerpheeft
/hebbengetoond en
/of
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s) (met
)een mes
, althans een scherp en/of puntig voorwerp tegen/in de zij
van die [benadeelde partij], althans in het lichaamheeft
/ hebbengeprikt
en/of tegen het lichaam van die [benadeelde partij] heeft/hebben gehoudenen
/of
- verdachte
en/of zijn mededader(s) (meermalen
)tegen die [benadeelde partij] heeft
/hebbengezegd
en/of geschreeuwd: "Waar is je portemonnee?"
, althans woorden van soortgelijke aard of strekking.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich op de wijze zoals in de bewezenverklaring nader omschreven samen met een ander schuldig gemaakt aan een overval op een pizzakoerier. Daarbij is sprake geweest van bedreiging met geweld jegens de pizzakoerier. De verdachte heeft er daarmee blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de persoonlijke eigendommen van anderen en hun persoonlijke levenssfeer. De verdachte heeft zich kennelijk laten leiden door financieel gewin, zonder er bij stil te staan dat slachtoffers van delicten als het onderhavige in de regel nog geruime tijd lijden onder de psychische en lichamelijke gevolgen van hetgeen hun is aangedaan.
De ernst van het feit rechtvaardigt naar het oordeel van het hof in beginsel de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Gelet op de ter terechtzitting in hoger beroep gebleken persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die – kort gezegd – bestaan uit het volgen van een opleiding en het vooruitzicht op werk, is het hof evenwel van oordeel dat thans kan worden volstaan met oplegging van een gevangenisstraf waarbij het onvoorwaardelijk deel gelijk staat aan het door de verdachte reeds ondergane voorarrest. Daarnaast zal het hof aan de verdachte evenwel nog de maximale taakstraf opleggen, omdat de opgelegde straffen anders geen recht zouden doen aan de ernst van het bewezen verklaarde.
De raadsvrouw heeft het hof verzocht zich uit te laten over het al dan niet verlenen van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) aan de verdachte. Gelet op het feit dat deze zaak volgens mededeling van de raadsvrouw nog in beroep onder de bestuursrechter is, zal het hof zich hier op grond van gronden ontleend aan de opportuniteit niet over uitlaten.
Beslag
Met betrekking tot het in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedrag van € 70,00 zal het hof de teruggave gelasten aan de rechthebbende, te weten (pizzabedrijf) [bedrijf].
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële en immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte ten laste gelegde, tot een bedrag van € 1.392,15 (het hof begrijpt: € 1.392,15). In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte niet betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve hoofdelijk worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 september 2015 tot aan de dag der algehele voldoening.
Het hof is voorts van oordeel dat aannemelijk is geworden dat er immateriële schade is geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde. De vordering ter zake van geleden immateriële schade leent zich - naar maatstaven van billijkheid - voor hoofdelijke toewijzing tot het gevorderde bedrag, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 september 2015 tot aan de dag der algehele voldoening.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van € 1.392,35 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de hoofdelijke verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij].
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 36f, 63 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder A cumulatief/alternatief ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder B cumulatief/alternatief ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
245 (tweehonderdvijfenveertig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
180 (honderdtachtig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van
2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Stelt als
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd op door de reclassering te bepalen tijdstippen te melden bij de reclassering, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Stelt voorts als
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde zich gedurende de volledige proeftijd houdt aan de afspraken met Stichting Mooi en meewerkt aan budgetbeheer, zolang deze stichting of de reclassering dit noodzakelijk acht.
Gelast de
teruggave, van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een geldbedrag van € 70,00, aan de rechthebbende [bedrijf].
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij] ter zake van het bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 1.392,35 (duizend driehonderdtweeënnegentig euro en vijfendertig cent)bestaande uit € 392,35 (driehonderdtweeënnegentig euro en vijfendertig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële en immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 28 september 2015 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij], ter zake van het bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 1.392,35 (duizend driehonderdtweeënnegentig euro en vijfendertig cent)bestaande uit € 392,35 (driehonderdtweeënnegentig euro en vijfendertig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
23 (drieëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële en immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 28 september 2015 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Dit arrest is gewezen door mr. A.S.I. van Delden,
mr. H.P.CH. van Dijk en mr. H.A. van Brummen, in bijzijn van de griffier mr. J.C.A. Verhoef.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 2 december 2016.
Mr. H.A. van Brummen is buiten staat dit arrest te ondertekenen.