GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
Uitspraak : 21 december 2016
Zaaknummer : 200.199.377/01
Rekestnummers rechtbank : JE RK 16-711 en JE RK 16-726
Zaaknummers rechtbank : C/10/497062 en C/10/497150
[appellante] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. M.N.R. Nasrullah te Rotterdam,
de raad voor de kinderbescherming te Rotterdam-Dordrecht,
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de raad.
Als belanghebbende is aangemerkt:
de Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
gevestigd te Rotterdam,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.
Als degene wiens/wier verklaring in verband met de beoordeling van het verzoek van betekenis kan zijn, is aangemerkt:
1. [de vader van minderjarigen 1 en 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
de vader van de [minderjarigen 1 en 2] ;
hierna te noemen: [de vader van minderjarigen 1 en 2] ;
2. [de vader van minderjarigen 3 en 4] ,
wonende te Tripoli , Libië,
de vader van de [minderjarigen 3 en 4] ,
hierna te noemen: [de vader van minderjarigen 3 en 4] ;
3. [bijzondere curator] , in zijn hoedanigheid van bijzondere curator over de [minderjarigen 1 en 2] ,
kantoorhoudende te Rotterdam,
hierna te noemen: de bijzondere curator.