Uitspraak
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] , (hierna ook: [minderjarige 1] ) en
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] , (hierna ook: [minderjarige 2] ),
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, die van 12 oktober 2015 tot 12 april 2016 onder toezicht zijn gesteld van de gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De moeder van de minderjarigen verzoekt het hof om de bestreden beschikking te vernietigen, terwijl de vader en de gecertificeerde instelling de uithuisplaatsing willen handhaven. De moeder stelt dat er geen gronden meer zijn voor de uithuisplaatsing en dat de minderjarigen teruggeplaatst moeten worden. Het hof heeft de zaak op 10 februari 2016 mondeling behandeld, waarbij de minderjarigen ook zijn gehoord. De vader en de gecertificeerde instelling hebben hun zorgen geuit over de situatie van de minderjarigen in de thuissituatie, waar een patroon van ziekte lijkt te zijn ontstaan, mogelijk veroorzaakt door de moeder. Het hof oordeelt dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarigen en bekrachtigt de eerdere beslissing van de rechtbank. Het schorsingsverzoek van de moeder wordt afgewezen, omdat het hof een inhoudelijke beslissing heeft genomen over het hoger beroep.