ECLI:NL:GHDHA:2016:723
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- C.J. Frikkee
- M.C.M. van Dijk
- W.E. Merens
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijkheid in schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam, waarin zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling werd afgewezen. Het hof heeft op 2 februari 2016 de mondelinge behandeling gehouden, waarbij [appellant] werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.J.M. Vélu. De rechtbank had geoordeeld dat [appellant] niet te goeder trouw was geweest ten aanzien van het ontstaan van zijn schulden, die onder andere bestonden uit verkeersboetes en schulden aan telecombedrijven. Het hof oordeelde dat het beroepschrift van [appellant] niet voldeed aan de vereisten van een duidelijke omschrijving van het verzoek en de gronden waarop het berust. Het hof concludeerde dat het beroepschrift inhoudelijk niet meer inhield dan een algemene onvrede met de uitspraak van de rechtbank, zonder dat [appellant] zijn standpunt deugdelijk had onderbouwd. Bovendien waren er geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die tot een andere beslissing zouden kunnen leiden. Het hof verklaarde [appellant] niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep, waarmee de beslissing van de rechtbank in stand bleef.