ECLI:NL:GHDHA:2016:802

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
14 maart 2016
Publicatiedatum
25 maart 2016
Zaaknummer
22/004772-15
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens afwezigheid en gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 maart 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die niet ter terechtzitting was verschenen. De verdachte was in hoger beroep gegaan tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam, dat op 26 oktober 2015 was gewezen. De advocaat-generaal heeft ter zitting gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zou worden verklaard in het hoger beroep, omdat zij niet aanwezig was en geen schriftelijke grieven had ingediend. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte geen bezwaren tegen het vonnis had opgegeven, noch schriftelijk noch mondeling. Gezien het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof geoordeeld dat er geen redenen waren voor een inhoudelijke behandeling van de zaak. Daarom heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Deze beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is uitgesproken op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004772-15
Parketnummer: 10-143387-15
Datum uitspraak: 14 maart 2016
VERSTEK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 26 oktober 2015 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [plaats] op [dag] 1957,
[adres].
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 14 maart 2016 gevorderd dat de niet ter terechtzitting in hoger beroep verschenen verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
De verdachte heeft niet een schriftuur met grieven tegen het vonnis ingediend. Evenmin heeft zij ter terechtzitting in hoger beroep mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof ziet ambtshalve geen redenen voor een inhoudelijke behandeling van de zaak in hoger beroep. Daarom zal de verdachte, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door mr. M.P.J.G. Göbbels, mr. T.J.P. van Os van den Abeelen en mr. J. Candido, in bijzijn van de griffier mr. J.C.A. Verhoef.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 14 maart 2016.
Mr. J. Candido is buiten staat dit arrest te ondertekenen.