ECLI:NL:GHDHA:2017:1414

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
3 mei 2017
Publicatiedatum
19 mei 2017
Zaaknummer
22-005155-15
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens afwezigheid en gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 3 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam, dat op 18 november 2015 was gewezen. De verdachte, geboren in 1994, was niet verschenen op de zitting en had geen schriftelijke grieven ingediend tegen het vonnis. De advocaat-generaal heeft ter zitting gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zou worden verklaard in het hoger beroep, gezien zijn afwezigheid en het ontbreken van bezwaren.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte geen schriftelijke bezwaren heeft ingediend en ook geen mondelinge grieven heeft opgegeven tijdens de zitting. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof geen redenen gezien voor een inhoudelijke behandeling van de zaak. Daarom heeft het hof besloten om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep.

De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is uitgesproken in de openbare terechtzitting. Het arrest is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. R.F. de Knoop, die buiten staat was om te ondertekenen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-005155-15
Parketnummer: 10-149280-15
Datum uitspraak: 3 mei 2017
VERSTEK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 18 november 2015 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [plaats] op [datum] 1994,
adres: [adres].
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 3 mei 2017 gevorderd dat de niet ter terechtzitting in hoger beroep verschenen verdachte
niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
De verdachte heeft niet een schriftuur met grieven tegen het vonnis ingediend. Evenmin heeft hij ter terechtzitting in hoger beroep mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof ziet ambtshalve geen redenen voor een inhoudelijke behandeling van de zaak in hoger beroep. Daarom zal de verdachte, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door mr. E.F. Lagerwerf-Vergunst, mr. C.G.M. van Rijnberk en mr. R.F. de Knoop, in bijzijn van de griffier mr. A.F. Verbunt.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 3 mei 2017.
Mr. R.F. de Knoop is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.