Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Rolnummer hoofdzaak : 22-002506-13
[verzoeker],
Het geding
Het wrakingsverzoek
De tweede vraag is: “Is het zo dat u actief met de heer [verzoeker] meedacht?”.
Het derde geval is het spreken door de voorzitter over de “[verzoeker] BV’s” of de BV’s van [verzoeker]”, terwijl dat nou juist een duiding is zoals die door de opsporingsdiensten is gebezigd, waar de verdediging de nodige kritiek op heeft.
Het laatste geval betreft de vraag aan medeverdachte Ma: “Klopt het dat u voor [verzoeker] facturen maakte als hij dat vroeg?”.
Beoordeling van het wrakingsverzoek
Beslissing
- wijst het verzoek tot wraking af;
- bepaalt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan de verzoeker, de raadsman van de verzoeker, de genoemde raadsheer en de advocaat-generaal.