PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking. Daarin is aan de bewindvoerder machtiging verleend om een bedrag van € 5.000,- op te nemen uit het vermogen van de rechthebbende, zulks voor de advocaatkosten van de moeder met betrekking tot een hoger beroepsprocedure waarbij de belangen van de rechthebbende zijn betrokken onder de voorwaarde dat de moeder de aan het verzoekschrift gehechte overeenkomst tekent.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting staat - voor zover in hoger beroep van belang - tussen partijen het volgende vast.
- bij beschikking van 22 december 2015 heeft de kantonrechter de goederen, die aan de rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren, onder bewind gesteld wegens haar lichamelijke of geestelijke toestand, met benoeming van de bewindvoerder als zodanig;
- tot 22 december 2015 beheerde de moeder de financiën van de rechthebbende, haar dochter;
- op 1 december 2012 heeft de moeder € 240.000,- onder hypothecaire dekking geleend aan [naam] . Hiervan was € 215.000,- van de rechthebbende (haar hele vermogen ontstaan door een letselschade-uitkering) en € 25.000,- van de moeder;
- een notaris heeft een akte opgemaakt van de lening en er is een hypotheek gevestigd op een pand van [naam] ;
- het geld zou worden gebruikt voor een op te zetten onderneming van de partner van [naam] , [naam] ;
- de lening zou na een jaar worden terugbetaald met een rente van 10%, hetgeen door financiële problemen niet is gelukt;
- het hiervoor genoemde pand van [naam] is executoriaal verkocht;
- de moeder heeft uit de verkoopopbrengst € 235.366,54 ontvangen terwijl de totale vordering op grond van de lening € 315.545,12 bedroeg;
- de moeder heeft voor haarzelf € 39.961,49 ingehouden op het door haar ontvangen bedrag;
- de moeder tracht, met een advocaat, om (via een procedure) het restantbedrag te verhalen;
- deze procedure is gestart vóór de onderbewindstelling van de rechthebbende;
- de bewindvoerder heeft na de instelling van het bewind tweemaal een nota van de advocaat voldaan vanaf de bewindrekening van totaal € 9.061,52;
- de moeder heeft, grotendeels via de rekening van de rechthebbende, daaraan voorafgaand € 15.567,08 betaald aan de advocaat;
- bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 15 juni 2016 is bepaald dat de moeder geen vordering heeft op [naam] nu deze door de rechtbank niet als partij bij de geldleningsovereenkomst is aangemerkt;
- de moeder is veroordeeld in de proceskosten van de tegenpartij van € 10.533,-;
- de advocaat van de moeder is in hoger beroep gegaan tegen voornoemd vonnis en schat zijn vergoeding daarvoor op € 5.000,-, of meer;
- de bewindvoerder heeft de kantonrechter verzocht om de kosten van de advocaat inzake het hoger beroep te mogen voldoen van de bewindrekening omdat de moeder geen vermogen meer heeft en het hoger beroep in het belang is van de rechthebbende;
- de bewindvoerder heeft een concept overeenkomst opgesteld waarin, onder meer, is opgenomen dat de moeder ermee instemt dat zij uit eventuele betalingen door de wederpartij de door de rechthebbende betaalde advocaatkosten van € 9.061,52 zal terugbetalen;
- de kantonrechter heeft het verzoek van de bewindvoerder toegewezen onder de voorwaarde dat de moeder voornoemde overeenkomst tekent;
- de moeder heeft deze overeenkomst tot nu toe niet getekend.