ECLI:NL:GHDHA:2017:2390

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
16 augustus 2017
Publicatiedatum
17 augustus 2017
Zaaknummer
200.192.252/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvulling op beschikking inzake kinderalimentatie en terugbetalingsverplichting

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 16 augustus 2017 een herstelbeschikking gegeven in een hoger beroep betreffende kinderalimentatie. De zaak betreft een verzoek van de vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A. Orhan, om de beschikking van 15 maart 2017 aan te vullen. De vrouw stelde dat in de eerdere beschikking een belangrijk oordeel van het hof over de terugbetalingsverplichting van te veel ontvangen kinderalimentatie niet was opgenomen in het dictum. Dit oordeel betrof de situatie waarin de vrouw mogelijk te veel kinderalimentatie had ontvangen over de periode van 11 maart 2016 tot heden. De advocaat van de vrouw verzocht het hof om dit oordeel expliciet op te nemen in de beschikking om onduidelijkheden tussen partijen te voorkomen.

Het hof heeft de advocaat van de man, mr. H. Devkinandan, de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de aanvulling. De advocaat van de man heeft geen bezwaar gemaakt tegen de voorgestelde aanvulling. Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat er sprake was van een verzuim om over een onderdeel van het verzochte te beslissen en heeft het verzoek tot aanvulling toegewezen. De aanvulling houdt in dat het dictum nu expliciet vermeldt dat de vrouw niet tot terugbetaling van de kinderalimentatie gehouden is, gezien het consumptieve karakter van deze alimentatie. De eerdere beschikking blijft voor het overige in stand, inclusief de datum van uitspraak.

Uitspraak

aanvulling beschikking

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Uitspraak : 16 augustus 2017
Zaaknummer : 200.192.252/01
Rekestnummer rechtbank : FA RK 15-6737
Zaaknummer rechtbank : C/10/483076
[appellant] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. H. Devkinandan te Den Haag,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. A. Orhan te Den Haag.
PROCESVERLOOP EN VASTSTAANDE FEITEN
Op 15 maart 2017 heeft het hof in deze zaak een beschikking gegeven.
Bij brief van 22 mei 2017 heeft de advocaat van de vrouw het hof verzocht de beschikking aan te vullen, teneinde onduidelijkheden tussen partijen te voorkomen. Daartoe wordt aangevoerd dat in de beschikking van het hof van 15 maart 2017 in r.o. 19 wordt overwogen:
“Voor zover het vorenstaande ertoe leidt dat de vrouw eventueel te veel ontvangen kinderalimentatie over de periode van 11 maart 2016 tot op heden als onverschuldigd betaald aan de man zou moeten terugbetalen, is het hof van oordeel dat, gezien het consumptieve karakter van de kinderalimentatie, de vrouw niet tot terugbetaling gehouden is”,
en dat dit oordeel van het hof niet is opgenomen in het dictum. De advocaat van de vrouw verzoekt het hof om dit oordeel van het hof te doen laten opnemen in het dictum.
Bij brief van 8 juni 2017 heeft het hof de advocaat van de man in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de hiervoor weergegeven aanvulling van de beschikking.
Bij faxbericht van 12 juni 2017 heeft de advocaat van de man aan het hof kenbaar gemaakt geen bezwaar te hebben tegen de aanvulling van de beschikking.
BEOORDELING
Naar het oordeel van het hof is sprake van een verzuim om over een onderdeel van het verzochte te beslissen.
Het hof zal daarom het verzoek tot aanvulling toewijzen en overgaan tot aanvulling van de beschikking.
BESLISSING
Het hof:
vult aan de op 15 maart 2017 in deze zaak uitgesproken beschikking, in die zin dat het dictum als volgt aanvullend zal luiden:
“Voor zover het vorenstaande ertoe leidt dat de vrouw eventueel te veel ontvangen kinderalimentatie over de periode van 11 maart 2016 tot op heden als onverschuldigd betaald aan de man zou moeten terugbetalen, is het hof van oordeel dat, gezien het consumptieve karakter van de kinderalimentatie, de vrouw niet tot terugbetaling gehouden is”.
Voor het overige blijft de beschikking, ook wat betreft de datum van uitspraak, geheel in stand.
Deze beschikking is gegeven door mrs. A.H.N. Stollenwerck, J.A. van Kempen en M.J.C. Koens, bijgestaan door A.N. Hansler als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
16 augustus 2017.