Uitspraak
aanvulling beschikking
GERECHTSHOF DEN HAAG
16 augustus 2017.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 16 augustus 2017 een herstelbeschikking gegeven in een hoger beroep betreffende kinderalimentatie. De zaak betreft een verzoek van de vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A. Orhan, om de beschikking van 15 maart 2017 aan te vullen. De vrouw stelde dat in de eerdere beschikking een belangrijk oordeel van het hof over de terugbetalingsverplichting van te veel ontvangen kinderalimentatie niet was opgenomen in het dictum. Dit oordeel betrof de situatie waarin de vrouw mogelijk te veel kinderalimentatie had ontvangen over de periode van 11 maart 2016 tot heden. De advocaat van de vrouw verzocht het hof om dit oordeel expliciet op te nemen in de beschikking om onduidelijkheden tussen partijen te voorkomen.
Het hof heeft de advocaat van de man, mr. H. Devkinandan, de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de aanvulling. De advocaat van de man heeft geen bezwaar gemaakt tegen de voorgestelde aanvulling. Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat er sprake was van een verzuim om over een onderdeel van het verzochte te beslissen en heeft het verzoek tot aanvulling toegewezen. De aanvulling houdt in dat het dictum nu expliciet vermeldt dat de vrouw niet tot terugbetaling van de kinderalimentatie gehouden is, gezien het consumptieve karakter van deze alimentatie. De eerdere beschikking blijft voor het overige in stand, inclusief de datum van uitspraak.