Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte] ,
BESLISSING
spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag werd behandeld, betreft het een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage in een strafzaak met betrekking tot mensenhandel. De verdachte, geboren in 1974, was eerder vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar werd wel veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden voor een ander feit. De advocaat-generaal vorderde vernietiging van het vonnis en een gevangenisstraf van 160 dagen, waarvan 80 dagen voorwaardelijk. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld na terugwijzing door de Hoge Raad, die het eerdere arrest had vernietigd en de zaak terugverwees voor herbehandeling.
Het hof heeft vastgesteld dat de omvang van het hoger beroep beperkt is tot de beoordeling van het onder 1 ten laste gelegde feit, dat betrekking heeft op artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht. De tenlastelegging omvatte verschillende zelfstandige strafbare feiten, en het hof heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de uitbuiting van het slachtoffer. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de tenlasteleggingen.
Het hof heeft ook beslissingen genomen over de in beslag genomen voorwerpen en gelast de teruggave aan de verdachte van bepaalde goederen. De uitspraak werd gedaan op 9 februari 2017, waarbij het hof het vonnis van de rechtbank vernietigde en de verdachte vrijsprak van de ten laste gelegde feiten.