3.5Voor de beoordeling van deze zaak is de volgende correspondentie van belang.
a. Bij faxbrief van 11 oktober 2011 schreef mr. A.H.H. Vermeulen (kantoorgenoot van de advocaat van [geïntimeerde] ) aan de advocaat van [appellant] onder meer:
“U hebt mij per fax van gistermiddag laten weten niet bereid te zijn de executie op te schorten in afwachting van de uitkomst in hoger beroep, noch in afwachting van de uitkomst van het te entameren kort geding. Ter onderbouwing van dit standpunt van de curator hebt U aangegeven dat er wat U betreft geen restitutierisico bestaat voor cliënte, omdat zij – als zij in appèl gelijk zou krijgen – over een boedelvordering zou beschikken. U hebt tevens verklaard dat het eventueel nog te incasseren bedrag onder de reeds gelegde beslagen op een separate (boedel)rekening zouden worden gestald, totdat onderhavige kwestie in een in kracht van gewijsde gegane uitspraak beslist zal zijn. (…) Ik merk hierbij op dat het boedelactief een jaar geleden reeds onvoldoende was.
(…) U meent dat de curator een risico loopt als hij niet executeert, waarbij U als voorbeeld hebt gegeven dat er mogelijk andere beslagleggers op de loer liggen. Zoals ik U ook in ons telefonisch onderhoud van zojuist heb medegedeeld, verkeert cliënte in een uitstekende financiële positie, zodat de curator daarvoor niet hoeft te vrezen. (…) Ik heb U in dit verband voorgesteld dat de curator afziet van verdere executie zolang onderhavige procedure aanhangig is, bijvoorbeeld in ruil voor een bankgarantie. In dat verband hebt U aangegeven één en ander met de curator te willen bespreken, maar er vanuit te gaan dat de curator een bankgarantie gesteld zou willen hebben voor de volledige vordering. Ik heb U aangegeven dat in voorkomend geval vanzelfsprekend de beslagen en in bewaring gestelde auto van cliënte geretourneerd dient te worden en de beslagen op onroerende zaken opgeheven dienen te worden.”
Hierop heeft de advocaat van [appellant] diezelfde dag het volgende geantwoord:
“Uw weergave van ons telefoongesprek van gisteren is onvolledig, eenzijdig en bovendien onjuist. Ik heb deze discussie gisteren reeds uitgebreid met u gevoerd en ben niet bereid dat nogmaals te doen.
(…) U hebt mij geen redenen gegeven die mij nopen van de reeds aangevangen executie van het vonnis af te zien en u gaat er in mijn beleving bovendien iets te gemakkelijk vanuit dat het verweer van uw cliënte in hoger beroep wel zal slagen.
Ik heb u aangegeven dat als u mij vandaag een concreet voorstel zou doen dat ik dat met de curator zou bespreken. Tot op heden heb ik geen voorstel mogen ontvangen. (…)”
Diezelfde dag nog antwoordt de advocaat van [geïntimeerde] onder meer:
“U erkent dat cliënte een restitutierisico loopt als de curator tot executie van het vonnis overgaat. (…) Het is mij dan ook volstrekt onduidelijk waarom de curator niet bereid is om tegen zekerheidsstelling van het bedrag waarvoor cliënte is veroordeeld, door middel van een bankgarantie of bijvoorbeeld door het storten van dat bedrag op een kwaliteitsrekening, bereid is om de executie op te schorten.”
Bij faxbrief van 12 oktober 2011 schrijft de advocaat van [geïntimeerde] :
“Ik vermeen gaarne zo spoedig mogelijk Uw reactie op mijn voorstel van gistermiddag. Het is nergens voor nodig dat de boedel enig risico loopt, dat begrijpt cliënte ook wel. Een bankgarantie kan dat risico wegnemen. U hebt erkend dat cliënte wel een risico loopt als de curator tot executie van het vonnis zou overgaan, zodat het stellen van een bankgarantie door cliënte als beste oplossing voor beide partijen gereed ligt.”
Bij faxbrief van 13 oktober 2011 schrijft [appellant] aan mr. A.H.H. Vermeulen:
“Ik heb vanochtend overleg met de rechter-commissaris gevoerd. Die ziet geen reden om mij te vragen de executie te staken. Ik zal dat dan ook niet doen.
U zou een voorstel doen, maar dat is niet gekomen. De executie gaat dan ook onverminderd voort. (…)
Ik ga ervan uit u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.”
Bij faxbrief van 13 oktober 2011 antwoordt mr. A.H.H. Vermeulen aan [appellant] :
“Het voorstel: cliënte stelt een bankgarantie voor het volledige bedrag op welk moment alle gelegde beslagen zullen worden opgeheven. De bankgarantie zal gelden totdat de uitspraak in hoger beroep, dan wel in cassatie, in kracht van gewijsde zal zijn gegaan. Wanneer de procedure in Uw voordeel wordt beslist, kunt U vanzelfsprekend de bankgarantie liquideren, in het tegenovergestelde geval zal de bankgarantie vervallen.
Ik verneem gaarne Uw spoedigste inhoudelijke reactie, doch uiterlijk voor morgen om 09:30 uur. Een kopie van deze brief zend ik aan de Voorzieningenrechter.”
[appellant] heeft daarop gereageerd:
“U vraagt naar de bekende weg. Dit “voorstel” wees ik al af. Ik zet de executie door.”