Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
beschikking van 24 oktober 2017
[verzoeker]
Gemeente Den Haag,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
“..de inzet (is) om het aantal gedwongen
de werknemer
wegens de
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [verzoeker] tegen de beschikking van de rechtbank Den Haag, waarin zijn verzoek om een transitievergoeding werd afgewezen. [verzoeker], geboren in 1954, was in dienst bij de Gemeente Den Haag via een arbeidsovereenkomst banenpool. Na de afschaffing van de Rijksbijdrageregeling Banenpools in 1998, werd hij van rechtswege in dienst bij de Gemeente. In 2010 besloot de Gemeente tot afbouw van de WIW-banen, en er werd een Sociaal Plan opgesteld in overleg met vakbonden. Dit plan bevatte een doorwerkregeling voor oudere werknemers, waaronder [verzoeker].
Na de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst in 2016, verzocht [verzoeker] om een transitievergoeding van € 32.766,68. De kantonrechter wees dit verzoek af, met de overweging dat de overgangsregeling van het Besluit overgangsrecht transitievergoeding van toepassing was. [verzoeker] ging in hoger beroep, waarbij hij aanvoerde dat het Sociaal Plan niet meer van toepassing was en dat hij recht had op de transitievergoeding.
Het hof oordeelde dat de doorwerkregeling in het Sociaal Plan als een voorziening moet worden aangemerkt in de zin van het Besluit. Het hof bevestigde dat de Gemeente niet verplicht was om een transitievergoeding te betalen, omdat de doorwerkregeling de gevolgen van het ontslag voor [verzoeker] had verzacht. De grieven van [verzoeker] werden verworpen en de beschikking van de kantonrechter werd bekrachtigd. [verzoeker] werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.