In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een appellant, wonende te Hellevoetsluis, tegen de Vereniging van Eigenaren (VVE) van het Flatgebouw 't Groote Dok. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. L. Hennink, had in eerste aanleg bij de rechtbank Rotterdam een vordering ingesteld die was afgewezen. De rechtbank had op 10 augustus 2016 geoordeeld dat de appellant niet in zijn verzoek tot afwijzing van de vordering van de VVE werd gevolgd. De appellant was van mening dat de rechtbank niet overeenkomstig zijn vordering had beslist en heeft daarom hoger beroep ingesteld.
Het Gerechtshof Den Haag heeft op 18 april 2017 het hoger beroep behandeld volgens de Second Opinion procedure. Tijdens de comparitie op 8 maart 2017 hebben de partijen ingestemd met het invullen en ondertekenen van de SO-formulieren, waarmee zij de conclusies van het Second Opinion Reglement (SOR) hebben aanvaard. Het hof heeft de overwegingen van de rechtbank Rotterdam overgenomen en het bestreden vonnis bekrachtigd, zonder nadere motivering te geven, zoals toegestaan onder artikel 4.2 SOR.
De appellant is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die zijn beperkt tot het door de VVE betaalde griffierecht van € 718,- en een punt volgens het toepasselijke liquidatietarief van € 894,-. Het arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.