Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 21 maart 2017
[naam] ,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
geworden dat deze vallen buiten de vijfjaarstermijn en dus niet in de weg staan aan de toepassing van de schuldsaneringsregeling. Naar het oordeel van het hof is daarmee thans geen sprake van schulden die duiden op overbesteding. Voorts is voldoende aannemelijk geworden dat de schuld aan het CJIB reeds is voldaan en er verder geen openstaande schulden aan het CJIB zijn. Het feit dat [appellant] eerder in de schuldsaneringsregeling heeft gezeten en nadien weer nieuwe schulden heeft laten ontstaan is naar het oordeel van het hof onvoldoende grond om [appellant] niet toe te laten in het licht van de omstandigheid, dat [appellant] binnen de looptijd van die regeling alle toen openstaande schulden heeft afbetaald.