Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij in
of omstreeksde periode van 2 februari 2010 tot en met 27 september 2010 te Hillegom opzettelijk heeft geteeld
en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad(in een pand aan [adres])
een hoevelheid van ongeveer 436, althanseen groot aantal hennepplanten
en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij in
of omstreeksde periode van 2 februari 2010 tot en met 27 september 2010 te Hillegom opzettelijk en wederrechtelijk twee slaapkamers en een meterkast (van een woning aan de [adres]),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/ofonbruikbaar
heeftgemaakt door toen en daar opzettelijk en wederrechtelijk in elk van die kamers een hennepkwekerij op te zetten en daartoe:
/of
tot een hoogte van ongeveer 2 meteren
/of
aluminiumframete schroeven en
/of
/of
/ofdaar een elektriciteitskabel doorheen te trekken naar de andere slaapkamer en
/of
/of
hij in
of omstreeksde periode van 2 februari 2010 tot en met 27 september 2010 te Hillegom met het oogmerk van wederrechtelijk toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit
(ter waarde van 6.152,80 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan Liander N.V.,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,zulks na
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed
(eren)onder zijn bereik te hebben gebracht door één of meer zegel(s) van een hoofdaansluitkast te (laten) verbreken en
/ofaan de zekerhouders een
(illegale
)elektriciteitsaansluiting te (laten) maken (waardoor de afgenomen elektriciteit niet via elektriciteitsmeter werd geregistreerd);
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
90 (negentig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
45 (vijfenveertig) dagen hechtenis.
€ 12.696,31 (twaalfduizend zeshonderdzesennegentig euro en eenendertig cent)als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
98 (achtennegentig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.