Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding
3.Beoordeling van het hoger beroep
grief 1klaagt [appellant] dat de rechtbank de zaak naar de schadestaat had moeten verwijzen omdat (i) hij dit heeft gevorderd, (ii) de beroepsfout van [geintimeerde] vast staat en (iii) de mogelijkheid van schade aannemelijk is.
- De wetenschappelijke literatuur aangaande de erfelijkheid en het syndroom van Asperger.
- De nepdeskundigen van SBS die niet voldoen aan het deskundigencriterium van de Hoge Raad.
- De (on)betrouwbaarheid van de wensmoeders en hun verklaringen.
- Eigen deskundigen van de man die wel voldoen aan het deskundigencriterium van de Hoge Raad.
- Literatuur over de normen bij reguliere (inter)nationale vruchtbaarheidsklinieken.
grief 3klaagt [appellant] dat de rechtbank de verklaring voor recht dat [geintimeerde] aansprakelijk is voor de door eiser geleden en nog te lijden schade, had moeten toewijzen en [geintimeerde] had moeten veroordelen in de proceskosten. Ook deze grief faalt. [geintimeerde] heeft weliswaar een beroepsfout gemaakt, maar uit het vorenstaande volgt dat – de beroepsfout weggedacht – de kans op succes in de hoger beroep procedure bij hof Amsterdam zeer klein en nagenoeg verwaarloosbaar zou zijn geweest. Bij die stand van zaken heeft [appellant] geen belang bij de gevorderde verklaring voor recht. Nu de rechtbank terecht alle vorderingen van [appellant] heeft afgewezen, is het juist dat de rechtbank hem in de proceskosten heeft veroordeeld.