Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 31 juli 2018
Verdere verloop van het geding
Verdere beoordeling van het hoger beroep
Wijziging bewijsopdracht?
- appellante toegelaten door alle middelen rechtens, in het bijzonder door het doen horen van getuigen, te bewijzen dat [volgt naam] (hierna: erflater) op het moment van het maken van zijn uiterste wil op 20 mei 1999 aan een geestelijke stoornis leed als gevolg waarvan hij zijn wil niet kon bepalen;
- iedere verdere beslissing is aangehouden.
Is het bewijs geleverd?
- [getuige een] , voormalig huisarts van erflater;
- [getuige twee] , specialist ouderengeneeskunde;
- [getuige drie] , aangetrouwd familielid van erflater (echtgenoot van appellante).
- hij (erflater) kon eenvoudige dingen begrijpen zoals medicijnen driemaal daags innemen. Maar de consequenties van het niet innemen van de medicijnen overzag hij niet;
- hij leefde zelfstandig in een huis maar wel met hulp;
- met structuur kon hij, met name in 1999, zelfstandig leven;
- wat hem niet beviel kon hij aangeven;
- hij kon zijn basisbehoeften zoals ik wil drinken en eten kenbaar maken;
- ik kan niet iets exact zeggen over de geestestoestand van erflater rond 20 mei 1999;
- ik denk dat ik geen testament zou hebben gepasseerd;
- het ontwikkelingsniveau zoals ik hem gekend heb, is eigenlijk stabiel geweest en bewoog zich rond de groepen 6 tot 8 op basisschoolniveau. Hij is vrij constant gebleven.
Proceskosten
- procedure gerechtshof ’s-Hertogenbosch: € 2.973,- (€ 291,- aan griffierecht en € 2.682,- aan salaris advocaat;
- procedure gerechtshof Den Haag: € 2.148,-;
Bekrachtiging rechtbank
Beslissing
€ 5.121,- en gespecificeerd als hiervoor in rechtsoverweging 11 is weergegeven en verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;