[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1978,
[adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 8 juni 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, onder de algemene en bijzondere voorwaarden zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep. Tevens is de dadelijke uitvoerbaarheid gelast van de bijzondere voorwaarden. Voorts is een beslissing genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij als in het vonnis vermeld en is de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opgelegd.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2013 tot en met 31 augustus 2014 te Barendrecht en/of te 's-Gravendeel, gemeente Binnenmaas en/of te Nieuwe-Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee en/of te Breda en/of Monster, gemeente Westland, althans (telkens) in Nederland,
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien had bereikt, te weten met [slachtoffer] (geboren op [geboortejaar] 2000), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het
- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, vinger in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of
- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, tong in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of
- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] en/of
- laten betasten en/of aftrekken van, zijn, verdachtes, penis;
2:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2012 tot en met 31 augustus 2014 te Barendrecht en/of te 's-Gravendeel, gemeente Binnenmaas en/of te Nieuwe-Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee en/of te Breda en/of Monster, gemeente Westland, althans (telkens) in Nederland,
met iemand die de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt en/of met iemand die aan zijn zorg was toevertrouwd, te weten met [slachtoffer] (geboren op [geboortejaar] 2000), ontucht heeft gepleegd, namelijk het
- betasten van de borsten en/of billen van die [slachtoffer] en/of
- tongzoenen van die [slachtoffer] en/of
- al dan niet over de kleding door die [slachtoffer] laten betasten van zijn, verdachtes, penis;
3:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2007 tot en met 1 november 2009 te Barendrecht en/of te 's-Gravendeel, gemeente Binnenmaas, althans in Nederland,
door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of door bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te weten [slachtoffer 2], heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), namelijk het
- betasten van en/of knijpen in de borst(en) en/of
- zoenen op de mond en/of
- wrijven over en/of knijpen in het (boven)been en/of de billen en/of
- duwen/drukken van zijn geslachtsdeel tegen het achterwerk/de bil(len) van die [slachtoffer 2],
het geweld en/of een andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het meermalen, althans eenmaal (telkens) onverhoeds vastpakken en/of onverhoeds benaderen van die [slachtoffer 2].
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd behoudens ten aanzien van de in dat vonnis genomen beslissing aangaande de vordering van de benadeelde partij. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 10.000,-, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en te vermeerderen met de wettelijke rente. Voor het resterende deel van de vordering heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet geheel verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 februari 2013 tot en met 31 augustus 2014 te Barendrecht en/of te 's-Gravendeel, gemeente Binnenmaas en/of te Nieuwe-Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee en/of te Breda en/of Monster, gemeente Westland, althans (telkens) in Nederland,
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien had bereikt, te weten met [slachtoffer] (geboren op [geboortejaar] 2000), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het
- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, vinger in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] en
/of
- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, tong in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of
- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] en
/of
- laten betasten en/of aftrekken van, zijn, verdachtes, penis;
2:
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 1
juniseptember2012 tot en met 31 augustus 2014 te Barendrecht en/of te 's-Gravendeel, gemeente Binnenmaas en/of te Nieuwe-Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee en/of te Breda en/of Monster, gemeente Westland, althans (telkens) in Nederland,
met iemand die de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt en/of met iemand die aan zijn zorg was toevertrouwd, te weten met [slachtoffer] (geboren op [geboortejaar] 2000), ontucht heeft gepleegd, namelijk het
- betasten van de borsten en/of billen van die [slachtoffer] en
/of
- tongzoenen van die [slachtoffer]
en/of
- al dan niet over de kleding door die [slachtoffer] laten betasten van zijn, verdachtes, penis;
3:
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 september 2007 tot en met 1 november 2009 te Barendrecht en/of te 's-Gravendeel, gemeente Binnenmaas, althans in Nederland,
door
geweld en/of (een) anderefeitelijkhe
(i)d
(en
) en/of door bedreiging met geweld en/of door bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en)iemand, te weten [slachtoffer 2], heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), namelijk het
- betasten van
en/of knijpen inde borst
(en
)en
/of
- zoenen op de mond en
/of
- wrijven over en/of knijpen in het (boven)been en/of de billen
en/of
- duwen/drukken van zijn geslachtsdeel tegen het achterwerk/de bil(len) van die [slachtoffer 2],
het geweld en/of een anderewelkefeitelijkhe
(i)d
(en
) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het
meermalen, althans eenmaal(telkens) onverhoeds vastpakken en/of onverhoeds benaderen van die [slachtoffer 2].
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Bewijsoverwegingen feit 1 en 2
De raadsman heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Hiertoe heeft hij - kort samengevat - aangevoerd dat de verklaringen van [slachtoffer] onvoldoende consistent en dus onvoldoende betrouwbaar zijn om in beslissende mate te kunnen bijdragen aan een bewezenverklaring. Daarnaast kunnen de verklaringen van de getuigen geen steunbewijs opleveren; volgens de verdediging is in het bijzonder de getuige [getuige 1] onbetrouwbaar. Dit geldt ook voor de door de rechtbank, in een soort schakelbewijs-redenering, gebruikte getuigenverklaring van [getuige 2] en de verwijzing naar het tapgesprek met [getuige 3] deze kunnen volgens de verdediging niet voor het bewijs worden gebezigd. Subsidiair doet de verdediging het voorwaardelijke verzoek om [getuige 2] als getuige te horen.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Het hof is met de verdediging van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer] op onderdelen (innerlijke) inconsistenties bevatten. Daarom heeft het hof bij de beoordeling van de betrouwbaarheid en de bruikbaarheid van de verklaringen voor het bewijs de nodige behoedzaamheid betracht.
Het hof sluit zich aan bij de overwegingen van de rechtbank ten aanzien van de feiten 1 en 2 (weergegeven onder punt 4.1.2 op pagina 2 en 3 van het vonnis d.d. 15 februari 2018,
met uitzondering vanhetgeen de rechtbank overweegt over de verklaring van [getuige 2] op pagina 3 van het vonnis, te weten:
Daarnaast bevindt zich in het dossier een verklaring van de getuige [getuige 2]. Zij heeft verklaard dat ze vanaf haar 15e of 16e jaar een seksuele relatie had met de verdachte. [getuige 2] heeft verklaard dat ze verdachte hielp met de verzorging van de paarden en dat het contact tussen hen steeds intiemer werd. Het contact is begonnen met aanrakingen, en enkele maanden later vond er seks plaats dit gebeurde meermalen op verschillende plekken zoals op de zorgboerderij of bij de verdachte thuis.
En tevens met uitzondering van hetgeen de rechtbank overweegt over de tapgesprekken:
Tevens bevinden zich in het dossier tapgesprekken met seksueel getinte gesprekken berichten tussen de verdachte en de getuige [getuige 3]. Hoewel [getuige 3] ten tijde van de berichtwisseling meerderjarig was, was zij toendertijd wel een stagiaire op de zorgboerderij. Hieruit blijkt evenwel dat verdachtes eigen verklaring dat hij misschien alleen te amicaal is geweest richting aangeefster onjuist is, in die zin dat hieruit blijkt verdachte in staat is om naar jonge meisjes toe grensoverschrijdend seksueel gedrag te vertonen.
Deze overwegingen acht het hof niet redengevend voor de bewezenverklaring en deze worden mede daarom niet overgenomen uit de bewijsoverwegingen van de rechtbank, die voor het overige als hier ingelast dienen te worden beschouwd.
Met betrekking tot de getuigen die belastend hebben verklaard, en die door de verdediging als onbetrouwbaar worden bestempeld, overweegt het hof dat deze verklaringen naar het oordeel van het hof wel voldoende betrouwbaar zijn. De verklaringen van aangeefster en de getuigen die voor het bewijs zijn gebruikt zijn ook naar het oordeel van het hof op kernpunten voldoende consistent en vinden telkens bovendien voldoende steun in één of meer andere bewijsmiddelen. Ook het hof ziet in hetgeen door de verdediging naar voren is gebracht ten aanzien van de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de getuigen geen aanleiding hun verklaringen voor zover die zijn gebezigd voor het bewijs daarvan uit te sluiten. Dat aangeefster eerder (tegen anderen) heeft ontkend dat ‘er iets was’ tussen haar en de verdachte acht het hof invoelbaar en die enkele stelling doet naar het oordeel van het hof niet af aan de betrouwbaarheid van haar voor het bewijs gebezigde verklaringen. Het hof voegt daar nog het volgende aan toe:
De verklaring van aangeefster, inhoudende dat zij op enig moment, terwijl zij met de verdachte seksuele handelingen verrichtte, bijna is betrapt door haar vader vindt enige steun in de verklaring van haar vader. Deze heeft verklaard dat hij op een avond op zoek was gegaan naar zijn dochter omdat zij haar telefoon niet opnam. Hij is toen naar de [x] gereden, maar de stallen waren dicht. Daarna is hij naar het [y] gereden. De schuur stond daar open en het was donker in de schuur. Aangeefsters vader heeft in de schuur haar naam geroepen. Er reageerde aanvankelijk niemand. Even later zag aangeefsters vader hen (het hof begrijpt: aangeefster en de verdachte) diezelfde schuur uitkomen, waarop zijn dochter geschrokken reageerde wat hij daar kwam doen. Daar komt tot slot nog bij dat hetgeen aangeefster heeft verklaard ook steun vindt in de door de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep afgelegde verklaring dat hij aangeefster weleens op haar billen heeft geslagen en dat hij haar een keer op de mond heeft gezoend.
Het voorwaardelijke verzoek om [getuige 2] als getuige te horen behoeft geen bespreking nu het hof haar verklaring niet tot het bewijs zal bezigen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op: