Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij in of omstreeks de periode van 20 juli 2015 tot en met 23 juli 2015 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw gevestigd aan de [adres], in elk geval enig gebouw, geheel of ten dele toebehorende aan [B.V.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door cement te storten in de waterafvoer en/of de inpandige hemelwaterafvoer en/of (telkens)(met een hard voorwerp) in een aantal muren gaten te slaan en/of een aantal ruiten in te slaan en/of sanitair kapot te slaan en/of de dakbedekking los te trekken en/of een aantal (systeem)plafonds los te trekken en/of in te slaan;
hij in of omstreeks de periode van 20 juli 2015 tot en met 23 juli 2015 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk de inboedel (ondermeer (onderdelen van) een keuken en/of radiatoren en/of een airco en/of glaswerk en/of een ketel en/of sanitair en/of een of meer alarmsystemen) van een pand gevestigd aan de [adres], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [B.V.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en welk goed verdachte en/of zijn mededaders anders dan door misdrijf onder zich hadden, te weten als huurder van genoemde inboedel en/of genoemd pand, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij in of omstreeks de periode van 15 juli 2015 tot en met 17 juli 2015 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een schilderij, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en welk goed verdachte en/of zijn mededaders anders dan door misdrijf onder zich hadden, te weten als huurder van een pand gevestigd aan de [adres], wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij in of omstreeks de periode van 20 juli 2015 tot en met 23 juli 2015 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk de inboedel (ondermeer (onderdelen van) een keuken en/of radiatoren en/of een airco en/of glaswerk en/of een ketel en/of sanitair en/of een of meer alarmsystemen) van een pand gevestigd aan de [adres], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [B.V.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
verklaringvan de
verdachte.
ter terechtzitting in hoger beroepvan 21 juni 2018 verklaard -zakelijk weergegeven-:
BESLISSING
Vordering van de benadeelde partij [B.V.]
€ 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
68 (achtenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij de Rabobank
109.668,80 (honderdnegenduizend zeshonderdachtenzestig euro en tachtig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
297 (tweehonderdzevenennegentig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.